Toespraak bij heropening Rijksmuseum Boerhaave

Toespraak van minister van Engelshoven, bij de heropening van Rijksmuseum Boerhaave, op 15 december 2017 in Leiden.

Beste aanwezigen,

Dank dat u mij de gelegenheid geeft om in dit gezelschap ook iets te zeggen.

Ik geloof niet dat ik sinds ik minister ben al in zo'n eerbiedwaardige line up heb gestaan. Samen met twee hoogleraren – en niet de eerste de beste: de een winnaar van de Nobelprijs en de ander directeur van dit prachtige museum.

Al kwam de bordesscène – met de koning – qua eerbiedwaardigheid natuurlijk ook aardig in de buurt.

Wetenschap is pionieren. Grenzen verkennen. Doordenken waar anderen zijn opgehouden. Maar ook in twijfel trekken en ontkrachten wat anderen menen te hebben aangetoond. Met als doel iets meer te begrijpen van de complexe werkelijkheid waarin wij leven. Om iets dichter bij 'het ware' te komen.

Als je aan de naamgever van dit museum, Boerhaave, zou vragen waar dat 'ware' zich nou door laat herkennen, dan zou hij zeggen: eenvoud. Eenvoud is het kenmerk van het ware, schreef hij zo'n 300 jaar geleden al.

Dat klinkt heel voor de hand liggend, heel... eenvoudig. Maar schijn bedriegt. Want breng het maar eens in de praktijk. Begeef je maar eens op onbekend terrein; doe wat nog nooit is gedaan, en leg dan maar eens uit wat je daar hebt aangetroffen. Zo eenvoudig dat anderen het ook begrijpen.

Andere wetenschappers – zodat zij de bevindingen kunnen controleren. Andere volwassenen – zodat zij de nieuwe kennis kunnen gebruiken. Andere generaties – zodat zij er enthousiast van worden. Zodat de vonk overslaat en zij wellicht denken: dat wil ik later ook!

Dat is niet eenvoudig. Maar het is wel noodzakelijk. We zijn immers een kennissamenleving. En als kennis een bron is waaruit wij nu putten, dan is het ook de erfenis die wij nalaten aan onze kinderen.

Daarom ben ik erg blij met de keuzes die u als museum hebt gemaakt. U kiest ervoor om de wetenschap dicht bij de mensen te brengen. Door complexe zaken eenvoudig te maken. Door te laten zien dat wetenschap alles te maken heeft met het dagelijks leven. Dat je dankzij die zoektocht naar het onbekende je vuile was niet meer op de hand hoeft te doen, dat je de weg niet meer op een kaart hoeft op te zoeken en dat je snel weer van die vervelende oorontsteking af bent.

Hiermee versterkt u het draagvlak voor de kennissamenleving. U maakt mensen bewust van de waarde van wetenschap en kweekt begrip voor investeringen die zichzelf misschien niet meteen terugverdienen. Zoals investeringen in fundamenteel onderzoek.

U kiest er ook voor om nieuw publiek aan te boren – zonder het oude van u te vervreemden. Als minister van onderwijs ben ik u daarvoor natuurlijk extra dankbaar. Want we hebben ze hard nodig: kinderen die enthousiast worden van wetenschap in het algemeen en natuur en techniek in het bijzonder.

Maar dat is het niet alleen.

Wat ik misschien nóg wel belangrijker vind van wetenschapseducatie is dat het kinderen leert nieuwsgierig te zijn, vragen te delen. Dat het laat zien dat het interessant is om de gebaande paden te verlaten en nieuwe wegen te zoeken. Dat het je op nieuwe ideeën kan brengen, je horizon kan verbreden.

En daarmee wordt het onderdeel van hun vorming, hun Bildung.

En wie weet… Wie weet zit er tussen al die kinderen die u in aanraking brengt met wetenschap wel een meisje dat wordt aangestoken met uw enthousiasme. Dat ervoor kiest om die ongebaande paden te bewandelen, en daar dingen ontdekt die ons nóg dichter bij het ware brengen. Een meisje dat de lijn doortrekt van Boerhaave via Feringa naar de toekomst.

En onze eerste vrouwelijke Nobelprijswinnaar wordt!

Van harte gefeliciteerd met uw nieuwe museum.

Dank u wel.