Plan van aanpak tegengaan mestfraude goede eerste stap

Om zichtbaar te maken wie zich aan de regels houdt en wie niet, wordt een kwaliteitskeurmerk ingevoerd voor alle ondernemers binnen de mestketen. Voor ondernemers zonder keurmerk kan dit betekenen dat het moeilijk wordt een financiering te krijgen of hun product te laten vervoeren. Dit is de kern van een plan van aanpak van de Land- en Tuinbouw Organisatie LTO, de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV), Rabobank, CUMELA en Transport en Logistiek Nederland (TLN). Het plan van aanpak is opgesteld op uitdrukkelijk verzoek van minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit met als doel het  tegengaan van mestfraude en het realiseren van een cultuurverandering binnen de sector. In de brief die naar de Tweede Kamer is gestuurd spreekt de minister van een goede eerste stap.

Mest

Minister Carola Schouten: "Ik heb de partijen eerder duidelijk gemaakt dat de verantwoordelijkheid voor een cultuurverandering en het tegengaan van fraude uitdrukkelijk bij de sector ligt. Ik ben blij te zien dat zij deze verantwoordelijkheid nemen. Het is een goede eerste stap. Als volgende stap heb ik opgeroepen zoveel mogelijk partijen in de keten het kwaliteitskeurmerk te laten ondertekenen. Bovendien moet duidelijk zijn aan welke regels de bedrijven moeten voldoen om het keurmerk te krijgen en welke externe onafhankelijke organisatie deze  controleert. Om het proces nauwgezet te volgen heb ik alle betrokken partijen gevraagd iedere drie maanden weer bij mij aan tafel te komen."

Aanvullende maatregelen vanuit overheid

Naast het plan van aanpak van de sector, zal de overheid met een aantal aanvullende maatregelen komen. De meest belangrijke zijn:

  • Versterkt toezicht in risicogebieden
  • Meer inzet op techniek
  • Geen subsidies voor frauderende bedrijven
  • Vereenvoudiging van mestregels

Er wordt ingezet op meer gericht toezicht en handhaving in de gebieden waar mestfraude vaker voorkomt. Hiervoor zal intensief worden samengewerkt met provincies, gemeenten en waterschappen en de omgevingsdiensten. Als er fraude wordt geconstateerd is in veel gevallen veel (personele)  inzet nodig om daadwerkelijk tot vervolging over te kunnen gaan. Daarom wordt met alle betrokken partijen, waaronder het Openbaar Ministerie, bekeken of hiervoor zogenoemde taskforce een opgezet kan worden.

Verder wordt de hoeveelheid mest die een transporteur vervoert op dit moment op papier doorgegeven aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). De vervoerder kan dat tot 30 dagen na transport doen. De regelgeving wordt zo aangepast dat het mesttransport in de toekomst via een app, real time moet worden doorgegeven. De mogelijkheden voor het in eigen voordeel aanpassen van de administratie worden hierdoor beperkt.  

Geen subsidie voor frauderende bedrijven en vereenvoudiging mestregels

Door RVO wordt onderzocht of subsidies die door de overheid worden verstrekt, ook terechtkomen bij bedrijven die fraude plegen. Daarna wordt onderzocht of deze subsidies kunnen worden stopgezet of teruggevorderd. De provincie Noord-Brabant heeft inmiddels aangegeven dat het stappen onderneemt om ervoor te zorgen dat vergunningen en subsidies niet bij frauderende bedrijven terechtkomen. Er wordt verkend hoe andere provincies hier mee omgaan.

Het stelsel van wet- en regelgeving op het gebied van mest is erg complex. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de mogelijkheden voor fraude, maar ook voor de administratieve lasten van de sector.  Een toekomstbestendig systeem is noodzakelijk. Het ministerie van LNV zal hierover samen met de sector het gesprek vervolgen.