Onderhoud pensioenwetgeving voldoet op meeste onderdelen

Het pensioenstelsel functioneert op de meeste onderdelen beter dan voorheen dankzij de Wet aanpassing financieel toetsingskader uit 2015. Vanaf 2015 zijn er bijvoorbeeld nauwelijks kortingen geweest, ondanks dat veel fondsen in 2016 en 2017 lange tijd een dekkingsgraad onder de 100 procent hadden. Wel blijken fondsen in hun herstelplannen vaak uit te gaan van optimistische rendementsverwachtingen. Als zij dan lagere rendementen realiseren, blijft herstel naar het wettelijk vereiste vermogen langdurig uit.

Dat blijkt uit de evaluatie Wet aanpassing financieel toetsingskader die minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

In 2015 is de pensioenwetgeving aangepast omdat er onderhoud aan het stelsel nodig was. Deze aanpassingen moesten een aantal onwenselijkheden tegengaan zoals het abrupt korten van pensioenen. Ook moest er meer stabiliteit komen bij de financiële sturing van pensioenfondsen en was er meer behoefte aan duidelijkheid over de risico’s die aan pensioensparen kleven voor de deelnemers. Nieuwe regels over de herstelperiode en dekking moesten zorgen voor meer evenwicht.

De doelstelling om kortingen te voorkomen, is ondanks de lage rente grotendeels gehaald. Sinds 2015 hebben slechts twee kleine fondsen een bescheiden korting doorgevoerd. Positief is ook dat de pensioenpremies tamelijk stabiel zijn gebleven ten opzichte van het loon. En sinds 2015 verschaffen pensioenfondsen hun deelnemers vooraf meer duidelijkheid over de verdeling van financiële mee- en tegenvallers.

Daar staat tegenover dat herstelplannen grotendeels leunen op hoge verwachte rendementen. Een zorgpunt is ook dat de nieuwe pensioenopbouw bij veel fondsen deels uit het vermogen wordt gefinancierd. Als dat te lang doorgaat, is dat nadelig voor pensioengerechtigden.

Voor een toekomstbestendig pensioen is meer nodig dan noodzakelijk onderhoud, dat was ook duidelijk tijdens de wetswijziging in 2015. Minister Koolmees wil samen met de sociale partners het pensioenstelsel moderniseren. De vragen en resultaten van deze evaluatie worden daarbij meegenomen.