200-jarig bestaan van de De Gruyterfabriek

Toespraak staatssecretaris Knops bij het 200-jarig bestaan van de De Gruyterfabriek in Den Bosch op 20 juni 2018.
Alleen het gesproken woord geldt.

Dames en heren, geachte aanwezigen,

Ik neem u even 200 jaar mee terug in de tijd. Het is 1818. In dat jaar, vijf jaar nadat Napoleon werd verslagen en drie jaar nadat Willem Frederik van Oranje-Nassau werd ingehuldigd als Willem I, Koning der Nederlanden, richtte een ondernemende Bosschenaar de firma P. de Gruyter & zoon op.

Hij, Piet de Gruyter, opende een paardengrutmolen, waar peulvruchten, granen en zaden werden verwerkt. In de daaropvolgende jaren groeide en bloeide het bedrijf van Piet de Gruyter. Zo kon het gebeuren dat aan het eind van de 19e eeuw een koffiebranderij en cacaofabriek werd gebouwd in de binnenstad van Den Bosch.

De rest is geschiedenis. De Gruyter werd in de loop van vorige eeuw een bekende supermarktketen, met vestigingen in heel Nederland. Op het hoogtepunt waren er meer dan 550 winkels in bijna alle steden met bijna 7500 werknemers. De winkels hadden vaak een opvallende architectuur en luxueuze interieurs met veel koper, tegeltableaus en kristallen kroonluchters. Kom daar nu eens om als je een supermarkt in gaat.

De Gruyter mag intussen ten onder zijn gegaan in het geweld van andere supermarktketens. Maar gelukkig leeft de naam De Gruyter voort. Zoals in cafés in Amsterdam en Weert, die zijn gevestigd in voormalige filialen van deze firma. In Arnhem heb je sinds 2006 de De Gruyterpassage, een winkelpassage door een voormalige winkel uit 1906.

En uiteraard in Den Bosch, de geboortestad van Piet de Gruyter. Ook hier heb je een De Gruyterpassage en de plek waar we nu zijn, de De Gruyterfabriek. Net als De Gruyter zelf een gebouw met een geschiedenis. In de jaren ’30 van de vorige eeuw gebouwd, vanaf de jaren ’60 jarenlang leeggestaan na de neergang van het concern en tussen 2010 en 2012 volledig gerenoveerd en getransformeerd tot vestigingsplaats van meer dan 180 verschillende bedrijven, van klein tot groot.

Een prachtig voorbeeld van industrieel erfgoed dat een nieuwe bestemming heeft gekregen. Creatieve en innovatieve ondernemers en kunstenaars hebben hier onderdak gevonden, waarmee het een toonbeeld is van eigentijds vastgoedbeheer. Mijn complimenten daarom aan de eigenaar van de De Gruyter Fabriek, de Bossche Investerings Maatschappij. Dankzij de BIM staat in Den Bosch één van de mooiste en grootste herontwikkelingsprojecten van ons land.

Omdat het dit jaar precies twee eeuwen geleden is dat de firma P. de Gruyter werd opgericht, nam één van Piet de Gruyters verre nazaten, Maarten de Gruyter, samen met de BIM het initiatief om het grote publiek kennis te laten maken met de fabriek. Een uitstekend idee, want zo kan iedereen zien dat het weer bruist op de plek waar ooit de grootste werkgever van Den Bosch was gevestigd.

Nu ken ik Maarten de Gruyter goed, dus toen hij mij vroeg hier vandaag aanwezig te zijn, kon en wilde ik dat niet weigeren. Maarten heeft, net als zijn voorvaderen, het ondernemen in het bloed. Niet in de supermarktbranche, maar in het vastgoed. Hij is medeoprichter en -eigenaar van Boelens de Gruyter Vastgoedbedrijf. Dit jaar is hij zelfs verkozen tot Vastgoedman van het jaar 2018. Volgens de jury is Maarten een integere vakman en een prettige zakenpartner, die mooie en succesvolle projecten bouwt. Loftuitingen die ik alleen maar kan onderschrijven.

Behalve succesvol vastgoedontwikkelaar, is Maarten ook een maatschappelijk betrokken ondernemer. Hij is voorzitter van de stichting Diabetes Onderzoek Nederland en bestuurslid bij de stichting ‘Weg met kanker’. Ook was hij 3,5 jaar voorzitter van de Raad van Commissarissen van FC Den Bosch. Mede dankzij Maarten zijn de financiële problemen waarmee deze club had te kampen, nu voltooid verleden tijd. Kortom, Maarten is in de beste familietraditie uit hetzelfde hout gesneden.

Dames en heren,

Er is een opvallende overeenkomst tussen wat de BIM en Maarten de Gruyter doen en mijn huidige takenpakket. En dat is vastgoed. Eén van de interessantste onderdelen van mijn portefeuille is namelijk het rijksvastgoed en de beheerder daarvan, het Rijksvastgoedbedrijf. Feitelijk is het RVB de grootste vastgoedeigenaar van het land met ca. 90.000 hectare grond en 12 miljoen m2 vloeroppervlakte. Dat geeft het RVB een stevige positie op de vastgoedmarkt.

Ik was onlangs op de grootste vastgoedbeurs van ons land, de Provada. Ik herhaal graag wat ik daar toen heb gezegd, namelijk dat de overheid op zorgvuldige wijze moet omgaan met de vastgoedposities die het in de loop van vele decennia heeft opgebouwd. Zowel financieel als maatschappelijk. Ik noem dat goed rentmeesterschap. Rentmeesterschap voor wat feitelijk van alle burgers van Nederland is.

Het is mijn overtuiging dat vastgoed de vele kabinetsdoelstellingen kan ondersteunen op het terrein van wonen, werken, duurzaamheid en circulaire economie. Denk aan het aanjagen van de woningbouw, het verduurzamen van de kantorenportefeuille, het verduurzamen van het bodembeheer en het creëren van nieuwe werkgelegenheid. Anders gezegd: de combinatie van grond en maatschappelijke waarde draait bij het Rijk niet alleen om financieel rendement. Er moet juist meer ruimte komen voor maatschappelijk rendement.

Een goed voorbeeld is het Hembrugterrein in Zaanstad, waar ooit voor Defensie wapens en munitie werden gefabriceerd. Dankzij de samenwerking tussen het Rijk, de provincie, de gemeente Zaanstad en de nieuwe eigenaar, ABC Vastgoed Groep, worden daar duizend duurzame woningen gebouwd. Goed voor de werkgelegenheid, voor de woningbouw, voor het ondernemerschap en voor de duurzaamheid.

Ik geloof dat onze nationale vraagstukken het beste kunnen worden opgelost met regionale samenwerkingsverbanden. Daarmee bedoel ik: partnerschappen tussen medeoverheden en marktpartijen. Want alleen stevige coalities van het Rijk, lokale overheden, marktpartijen en andere organisaties, die een gedeeld zakelijk belang hebben en transparant zijn naar elkaar, leiden tot een gezamenlijk succes.

De vastgoedsector heeft een belangrijke en versnellende rol bij het vinden van oplossingen voor maatschappelijke thema’s. Het is een sector waarbij je in aanraking komt met alles wat zich op lokaal niveau afspeelt. De vastgoedsector leent zich daarom bij uitstek voor een gebiedsgerichte aanpak. Samenwerking tussen alle betrokken partijen is daarvoor essentieel.

Het Rijksvastgoedbedrijf is er daar één van. Het RVB denkt mee met kansen voor realisatie van de ambities uit het regeerakkoord door middel van innovatieve oplossingen. Oplossingen die we kunnen herhalen en opschalen, zoals het voorbeeld uit Zaanstad. En hier in Noord-Brabant werkt het RVB samen met de provincie aan het realiseren van windenergie langs de A16. Samen gaan ze ook onderzoeken of het mogelijk is op andere plekken in Noord-Brabant zonne-energie of hernieuwbare energie op te wekken.

Maar dit soort initiatieven zijn alleen mogelijk in samenwerking met partners zoals u. Ik roep u daarom op om elkaar op te zoeken en gezamenlijk de schouders te zetten onder het oplossen van de maatschappelijke vraagstukken die ik eerder noemde. Dan kunnen er nog mooie dingen gebeuren. Dat bewijst de locatie wel waar we vandaag zijn. Ik hoop van harte dat er in de rest van Nederland meer van dergelijke projecten ontstaan.

Dank u wel.