Toespraak minister Van Nieuwenhuizen bij opening nieuwe locatie NLR Marknesse

“Wat een schitterend complex staat hier nu! Playground for airborne geeks, mag ik dat zo zeggen? 18.000 vierkante meter hightech luchtvaartinnovatie. Want we kunnen niet alleen maar méér vliegtuigen bouwen. Ze moeten ook lichter en stiller, met nieuwe technologie, zuinigere motoren.”

Dat zegt minister Van Nieuwenhuizen maandag 25 juni bij de opening van het nieuwe gebouw van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum in Marknesse.

Dames, heren,

Sinds Icarus willen we het. Sinds de Helix pteron - de Luchtschroef – van Leonardo da Vinci, proberen we het. En sinds de experimenten van de gebroeders Wright in 1903 kunnen we het. Vliegen is en blijft een fascinerend natuurkundig fenomeen.

En toch, zonder grenzeloos dromen, zonder eeuwenlang het ‘absoluut onmogelijke’ na te streven, zonder alle mislukte experimenten zou ons luchtruim vandaag niet vol hangen met Boeings, Airbussen en Embraers. Om over de ruimte-expedities nog maar te zwijgen.

Want we zijn erg succesvol in luchtvaarttechniek. Dat moet ook wel, want de vraag naar vervoer door de lucht blijft groeien. Het is ook niet zo gek. De wereld mondialiseert, de behoefte aan wereldwijd verkeer van mensen en goederen neemt steeds meer toe.

Maar we kunnen niet alleen maar méér vliegtuigen bouwen. Ze moeten ook lichter en stiller, met nieuwe technologie, zuinigere motoren. We moeten logistieke uitdagingen op luchthavens aanpakken, waar mogelijk overgaan op duurzame energie.  Nieuwe uitdagingen waar we nieuwe antwoorden voor zoeken. En waar nieuwe ideeën tot nieuwe mogelijkheden moeten leiden, daar zijn kraamkamers nodig.

Dit nieuwe complex van het Nederlandse Lucht- en Ruimtevaartcentrum, is zo’n kraamkamer. Een toegepaste kennisorganisatie met een geschiedenis die teruggaat tot 1919, toen het hier nog Zuiderzee heette. Een instituut middenin de samenleving met internationale partnerschappen, zoals KLM-Air France, Schiphol, LVNL, technische universiteiten, Fokker en de Nederlandse regio’s. Relevant en marktgericht.

Een organisatie die ook op Europees niveau onderzoek verricht en daarin het Nederlands bedrijfsleven meeneemt. Want de luchtvaart houdt niet op bij onze landsgrenzen. Een club van mensen die de luchtvaart veiliger, duurzamer, stiller en efficiënter wil maken.

Er hangt hier nieuwsgierigheid in de lucht, een creatieve vibe, bijvoorbeeld in de vorm van testdrones. Innovatie troef. Daarom vind ik het mooi dat we hier nu op Nieuwe Nederlandse bodem staan, op de grond van Cornelis Lely.

En wat een schitterend complex staat hier nu! Daarmee bedoel ik niet alleen het gebouw zelf, duurzaam ontworpen, met een gevel van composiet, warmte- en koudeopslag in de grond, en de duurzame energiehuishouding. Nee, dan heb ik het ook over het ecosysteem waar het bedrijfsleven, de overheid, het MKB en start-ups hightech en toepassingsgericht onderzoek laten doen. Een plek voor kruisbestuiving van ideeën.

Een omgeving met hoogwaardige faciliteiten voor onderzoek en experiment. Playground for airborne geeks, mag ik dat zo zeggen? 18.000 vierkante meter hightech luchtvaartinnovatie. Windenergie opwekken met zweefvliegtuigen aan een lier, bijvoorbeeld. Een windmolen zonder windmolen. 90% minder materiaal. De ‘spar’, een onderdeel van de vleugels van dat vliegtuig, wordt hier gemaakt.

NLR is één van de parels van Nederlandse innovatiekracht. Met een windtunnel waarin vliegtuigbouwers als Comac, Embraer en Airbus hun nieuwe modellen komen testen. Met een eigen luchtruim om het onderzoeksprogramma drones uit te werken. Met een afdeling Augmented Reality waarin vliegtuigmotoren visueel tot in de kleinste onderdelen uit elkaar gehaald en in elkaar gezet kunnen worden. Met een team van jonge mensen die samen met de TU Delft aan een Hyperloop pod werken. Gretige ingenieurs die aan de wedstrijd van Elon Musk meedoen. Met luchtvaart ingenieurs die een Duurzame en Hoog innovatieve Airport, de luchthaven van de toekomst ontwerpen. Een fieldlab dat met behulp van recyclebare composieten vliegtuigrompen 20% lichter kan maken.

Van heel concrete toepassingen tot heel conceptueel. En niet alles hoeft morgen in productie genomen of uitgevoerd te worden. Want innoveren is een creatief proces. De ‘Luchtschroef’ van Leonardo da Vinci kwam niet van de grond. Toch is het goed dat hij getekend, en ook gebouwd is.

Dames en heren,

Te land en ter zee is verduurzaming van voer- en vaartuigen in volle gang. Elektrische auto’s komen steeds verder, het aantal oplaadpunten neemt toe, de infrastructuur wordt omgebouwd. De eerste elektrische binnenvaartschepen worden nu gebouwd.

Maar in de lucht: dat is een ander verhaal. Want veel meer dan op de weg of het water, doet hier het gewicht ertoe. En die batterijen zijn zwaar. Er wordt hard aan gewerkt: ze worden steeds krachtiger en de opslag van kilowatturen is indrukwekkend. Maar lichter worden ze vooralsnog nauwelijks.

We zullen volgende week dus nog niet geheel elektrisch naar New York vliegen. Maar we kunnen wel veel doen. Want elke reis van duizend mijl… Nou ja, u kent de woorden van Lao Tse. Ook de rest van de wereld zit niet stil. De Kitty Hawk, de Cora…

Daarom heb ik samen met de Nederlandse Vereniging van Luchthavens (NVL) de Agenda elektrificatie in de luchtvaart opgesteld. Vijf concrete stappen als onderdeel van een bredere agenda richting een duurzamere luchtvaartsector. Richting de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs. Elektrificatie van de luchtvaart staat in de kinderschoenen, maar we gaan aan de slag. Vandaag nog.

De eerste slag is het voor- en natransport op luchthavens. Elektrische bussen en bagagewagens op luchthavens. Schiphol is daarbij natuurlijk al fantastisch bezig. Ook de gebouwen zelf kunnen duurzamer. Zo werkt Rotterdam The Hague airport aan een zonnepark op hun terrein. Maar ook kleine vliegvelden zoals Hilversum en Teuge zijn ambitieus. Transport op platforms kan bijna geheel elektrisch. KLM zet hierin forse stappen. Daarvan kunnen we allemaal leren. Elektrisch taxiën. Eén Boeing 737 verbruikt al 200 duizend liter brandstof per jaar voor het taxiën alleen. Hier is dus nog veel te winnen. Ook hier begint de innovatie klein, bij de kleine toestellen.

En dan het vliegen zelf. Met bio-kerosine kunnen we op korte termijn de CO2 uitstoot verminderen. Daarnaast wil ik met het partnerschap NLR, Fokker, en de overheid de ontwikkeling van hybride en elektrische vliegtuigmotoren verder brengen. GKN, TU Delft en NLR onderzoeken samen de mogelijkheden van een elektromotor op het staartstuk als eerste stap richting elektrificatie: E-volution, toepasselijke naam voor dit project.

Vanochtend hebben we als sector de eerste vlieguren gemaakt, met een eerste Deeltafel Duurzame Luchtvaart. Dat was een inspirerende aftrap, vertelde Michel Peters zonet. Een expertmeeting over de toekomst van duurzame luchtvaart. Over services, zoals de luchttaxi, over onderhoudsaspecten en de aerodynamische vraagstukken. We bundelen onze denkkracht, kennis en invalshoeken. We verkennen vraagstukken, mogelijkheden en toepassingen.

Zo wil ik de Agenda elektrificatie van de luchtvaart als onderdeel van de bredere duurzaamheidsagenda voor de luchtvaart de komende tijd verder uitwerken. Ik neem u uiteraard graag mee in de stappen die we gaan zetten.

Dames en heren,

Volgend jaar vieren we uw 100ste verjaardag. Maar ook die van de KLM en die van GKN–Fokker, Zeldzaam mooie jubilea. En een prachtig moment om eens 100 jaar vooruit te kijken. Ook concurrenten als Lilium, Volocopter, PopUp, Ehang, Vahana, Uber en Pal-V horen wat mij betreft thuis bij zo’n 100-jarig feestje.

Maar vandaag staan wij hier, in dit prachtige gebouw. Ik feliciteer u van harte met deze nieuwbouw van NLR! En ik daag jullie allemaal uit Luchtschroeven te blijven tekenen, nieuwe concepten te ontwerpen en te testen. Om daarmee de Nederlandse lucht- en ruimtevaartsector state of the art te houden. Blijf elkaar inspireren met dromen, ideeën en uiteraard ook daden.

Dank u wel.