Verklaring van minister Slob over eindexamens vmbo Maastricht

Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) geeft een verklaring over de onregelmatigheden bij de examens van vmbo-leerlingen in Maastricht en de gevolgen hiervan.

Vrijdag hebben we naar buiten moeten brengen dat door twee scholen in Maastricht zeer onverantwoord is gehandeld rond de schoolexamens met grote gevolgen. Ik leef heel erg mee met de vele ouders en leerlingen die door deze situatie getroffen zijn. Ze hebben hele heftige dagen achter de rug, leven nu ook nog in onzekerheid en zijn terecht  boos en verdrietig.

In de afgelopen dagen in het weekend is er keihard gewerkt door de inspectie om in kaart te brengen wat nu de precieze tekortkomingen zijn in de PTA’s van leerlingen, waar enorme gaten zichtbaar zijn geworden. Ze hebben er hard aan gewerkt en ze hebben uiteindelijk een overzicht kunnen maken van wat die tekortkomingen zijn. En die tekortkomingen zijn best groot en die concentreerde zich met name op een drietal kernvakken: Nederlands, Engels en Wiskunde. Maar er moet ook nog verder gekeken worden naar de beroepsgerichte vakken. Ook daar zouden er nog verdere tekortkomingen naar boven kunnen komen. Dat hopen we uiteraard niet, maar dat kunnen we ook niet uitsluiten.
Wat nu in deze dagen gebeurt en we hopen dat dat woensdag is afgerond, is dat er nu per leerling, want het gaat altijd uiteindelijk om een individueel besluit, kan worden gekeken wat er nu gedaan moet worden om aan de geconstateerde tekortkomingen tegemoet te komen. En er uiteindelijk ook voor te zorgen dat deze kinderen een diploma kunnen krijgen. Want daar is natuurlijk alles op gericht. Dat zal, zeg ik in de richting van de Kamer maar ook tegen degene die meeluisteren, maatwerk moeten worden. En we kunnen dus ook, en dat moeten we ook niet doen, geen generieke uitspraken daarover doen.
We hopen dat het werk wat nu verricht is, en ook de inzage krijgen wat er per leerling moet gaan gebeuren, hopelijk komende woensdag ook duidelijkheid zal geven over wat er dan moet gebeuren en welke mogelijkheden er voor de leerlingen zijn om uiteindelijk toch dat gewenste diploma, waarvan ze dachten dat ze het hadden, om dat uiteindelijk toch in het bezit te krijgen. En het al dan niet inzetten van de hardheidsclausule waar ik conform wetgeving over beschik zoals u weet, maakt ook onderdeel van het zoeken naar een oplossing. Of dat per leerling tot een verantwoorde oplossing kan leiden dat moet dus in de komende dagen zorgvuldig worden bekeken. Voor mij staat voorop dat deze leerlingen een diploma kunnen halen, dat ook de waarde heeft die we daarvan mogen verwachten en die hen ook goed voorbereid heb op een vervolgstudie en op werk.
Onze inzet is om zoveel mogelijk te voorkomen dat leerlingen hun jaar over moeten doen.  De hardheidsclausule waar ik het over had, waar ik ook in de brief van vrijdag in u richting over heb gesproken en beschreven, die laat nadrukkelijk de mogelijkheid open dat het behaalde eindcijfer voor het Centraal Schriftelijk Examen overeind kan blijven. Maar ook dat zal per situatie moeten worden bekeken. En vandaar dus ook mijn oproep om niet al te generiek uitspraken te doen, het is echt per leerling een besluit wat genomen zou moeten worden. Maar dat is wel nadrukkelijk ook nog een optie.
Er wordt overigens door het CVTE ook nog gekeken naar de Centrale Schriftelijke examens. Om ook daar van te beoordelen dat de cijfers daarvan ook op een rechtmatige wijze zijn tot stand gekomen.
In het afgelopen weekend is er natuurlijk veel over gesproken en dat is begrijpelijk, maar gaan er ook heel veel oplossingen rond. Er is ook aangegeven of het misschien mogelijk zou zijn om leerlingen een diploma te geven op basis van enkel het Centrale Examen. Het is denk ik belangrijk te verhelderen dat een deel van de stof alleen in de schoolexamens wordt getoetst.  Het uiteindelijke eindcijfer bestaat uit het cijfer wat bij het centraal examen is behaalt én het cijfer wat bij het schoolexamen is behaald. Beide zijn nodig om aan te tonen dat de leerling alle leerstof beheerst en voldoende toegerust is voor een vervolgopleiding.
Ik gaf net ook al aan dat het vak Nederlands één van de vakken is waar tekortkomingen zijn geconstateerd.
Bij het vak Nederlands wordt leesvaardigheid getoetst in het Centrale examen, maar in de schoolexamens schrijfvaardigheid en luistervaardigheid. Dat zijn dus verschillende dingen, dus alleen op basis van het behaalde cijfer op het Centraal examen een diploma toekennen, dat dekt onvoldoende af dat er ook in het schoolexamen hele belangrijke kerndoelen ook wordt getoetst. Alle onderdelen zijn van belang om het vak te kunnen afsluiten.
Ook hier geldt dus weer dat we heel zorgvuldig zullen moeten kijken of het uiteindelijk ook verantwoord is, met het traject wat daarvoor wordt vastgesteld voor de leerling, of men een diploma zal kunnen behalen.  

Het tijdstraject ziet er nu als volgt uit dat we in deze dagen inzage hebben wat er voor leerlingen nog allemaal moet gebeuren om uiteindelijk per leerling om een verantwoorde manier om een diploma te halen. Dan zal ook beoordeeld moeten worden of dat binnen de mogelijkheden kan die nu aanwezig zijn, als we denken aan een derde tijdvak, wat zoals u weet van 8 tot en met 18 augustus open wordt gesteld om examens te zullen moeten doen. Ook dat is nu nog even afwachten, want het zal dus per leerling uiteindelijk duidelijkheid moeten creëren.
Duidelijk is wel dat het derde tijdvak dat nooit overal in iedere stad wordt afgenomen, en de bedoeling was voor het zuiden van het land dat het in Eindhoven zou gebeuren, dat daar nu ook mogelijkheden voor worden gecreëerd in Maastricht. Daar zal het CVTE ook voor zorgen.
Als het derde tijdvak niet gehaald zou kunnen worden, worden nu ook de mogelijkheden verkend om te kijken of er op een later tijdstip staatsexamen kunnen worden afgenomen. En ook op dit moment wordt de mogelijkheid verkend om te kijken of de leerlingen die nog geen VMBO-diploma hebben, toch al aan een vervolgopleiding in het MBO kunnen gaan beginnen. En dat er in goed overleg dan ook een soort hersteltraject wordt ingezet om de tekortkomingen die er nog wel zijn weg te werken. Dat wordt allemaal verkend maar ook hier zal weer moeten blijken of het per individuele leerling kan worden toegepast.

Ik heb in de afgelopen dagen uiteraard contact gehad met degene die bestuurlijk verantwoordelijk zijn voor datgene wat daar heeft plaatsgevonden. En ik heb de Raad van Toezicht ook gevraagd om indringend naar de bestuurlijke verantwoordelijkheid te kijken voor datgene wat er heeft plaatsgevonden. Want je kunt wel spreken van bestuurlijk falen als er zoiets ongekends plaatsvindt. De laatste woorden over het bestuurlijk optreden zijn nog niet gesproken. Maar belangrijk is op dit moment dat we allereerst alles op alles zetten om de kinderen het perspectief te bieden wat ze nodig hebben en wat verantwoord is, maar ook om te borgen dat de afwikkeling van datgene wat nu in gang wordt gezet om deze kinderen uiteindelijk toch een diploma te geven, dat dat ook buiten enige twijfel is. En er is nu natuurlijk veel twijfel over de wijze waarop de verantwoordelijkheden die bij deze school lagen in de praktijk zijn ingevuld. En daarom hecht ik er zeer aan dat er zeer snel een extern bestuurder wordt aangesteld die er de verantwoordelijk over krijgt.
Ik hecht er ook zeer aan dat de examencommissie die daar in functie was, dat die uit zijn functie wordt ontheven en dat er een externe examencommissie komt die nu de verantwoordelijkheid op zich neemt om deze enorme inzet die gepleegd zou moeten worden ook af te wikkelen. En we zullen er ook op toezien dat die externe bestuurder en de externe examencommissie dat het echt extern is en zorgvuldig is samengesteld. En ik zal niet schromen als wij daar twijfels over hebben om ook gebruik te maken van de bevoegdheden om daar ook in te gaan sturen. Want de wetgeving biedt mij daarvoor ook ruimte.
Wij hopen uiteraard dat er zo snel als mogelijk voor de kinderen duidelijkheid komt. En dat we ook hen de onrust die er nu is weg kunnen nemen maar afhankelijk zal dat echt zijn van de geconstateerde tekorten en de mogelijkheid om dat ook op een verantwoorde manier nog weg te werken als het gaat richting een nieuwe vervolgopleiding. Ik vind het belangrijk dat dat op een zorgvuldig wijze gebeurt. Dat we daar ook alle menskracht die nodig hebben ook voor kunnen inzetten. En in dat opzicht ook een groot compliment naar heel veel docenten in Nederland die zich dit weekend hebben aangemeld om als het nodig is daar ook bij te helpen. We weten niet of het nodig is en of het kan, de externe examencommissie moet dat straks ook vaststellen. Maar als je heel boos bent als je heel erg verdrietig bent, zijn er gelukkig ook momenten van blijdschap als je dit soort initiatieven vanuit het land kunt signaleren. En we zullen zien of dat uiteindelijk ook ingezet gaat worden, maar alleen al deze warmte en compassie richting de mensen in Maastricht is hartverwarmend.

Ik zal de Kamer in de komende dagen verder blijven informeren over de stappen die nu gezet gaan worden. Een belangrijk moment is denk ik midden in de week als we duidelijkheid hebben over de individuele trajecten en de wijze waarop dat ingericht zal worden. En ik wens al diegene die nu in de praktijk bezig zijn om voor deze kinderen die zo teleurgesteld zijn, waar de vlag uithing en waar het soms letterlijk naar beneden gegooid is, om deze kinderen ook die ondersteuning te bieden en duidelijkheid te bieden wat hoop ik uiteindelijk zal leiden tot een diploma wat wel ook echt een verantwoord diploma moet zijn. Wat dat is natuurlijk ook de verantwoordelijkheid die we met elkaar dragen. Er mag geen twijfel zijn over het diploma, want dat zou alle diploma’s in het land ook aanraken. Maar er moet ook gezorgd worden voor maatwerk om de enorme tekortkomingen die hier hebben plaatsgevonden waar bestuurders ook verantwoordelijk voor zijn, om die op een verantwoorde manier weg te werken.