Perspectief voor ontheemden Irak

Het kabinet steunt de terugkeer van ontheemden in Irak naar hun dorpen en steden, die tot voor kort bezet waren door ISIS. Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) heeft dit bekendgemaakt tijdens haar bezoek aan Mosul, de bevrijde stad in Noord-Irak waar de terreurorganisatie in 2014 het kalifaat uitriep.

‘Het is van het grootste belang dat hier en in andere door ISIS verwoeste gebieden stabiliteit terugkeert of wordt versterkt. Mensen perspectief bieden is een cruciale factor, omdat hun bezit en bestaan hier is weggevaagd’, aldus Kaag. Het gaat hierbij om het herstellen van basisvoorzieningen als water, elektriciteit en scholen.

Nederland stelt hiervoor €20 miljoen beschikbaar aan de Funding Facility for Stabilization van de UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de VN. Eerder al werd in totaal €37 miljoen vrijgemaakt om terugkeerders een kans te bieden hun leven weer op te bouwen. Naast basale voorzieningen gaat het ook om programma’s waarbij mensen worden ingezet om op zwaar beschadigde locaties puin te ruimen. Daarmee verschaffen ze zich een inkomen en tegelijkertijd wordt een eerste begin gemaakt met wederopbouw. In Irak leven 2 miljoen mensen die nadat ze op de vlucht zijn geslagen nog niet naar huis kunnen.

Focuslanden

Minister Kaag brengt deze dagen een vierdaags bezoek aan Jordanië en Irak. In haar recent verschenen beleidsnota Investeren in perspectief zijn beide landen aangemerkt als focuslanden, waarvoor Nederland zich in deze regeerperiode extra inzet. Kaag: ‘De impact van de oorlog in Syrië en de strijd tegen ISIS is hier enorm. Daarom werken we aan een combinatie van humanitaire hulp en opvang in de regio, maar ook aan versterking van de economische situatie die meer groei en banen moet opleveren. Voor zowel de lokale bevolking als vluchtelingen.’

Met het oog daarop bezocht de minister in Jordanië een agrarisch bedrijf. Mede dankzij Nederlandse steun maakt dat nu veel efficiënter gebruik van water en wist het de kwaliteit van zijn producten te verbeteren. Omzet, export en personeelsbestand zijn sindsdien gestegen. Ander voorbeeld is een textielfabriek waar mede door Nederlandse inzet nu meer vrouwen uit de directe omgeving aan het werk zijn.

Kaag: ‘Jordanië verdient steun internationale gemeenschap’

Een bezoek aan het grote vluchtelingenkamp Al Za’ atari was een ander onderdeel van het programma. Hier verblijven maar liefst 80.000 Syrische vluchtelingen. De minister sprak daar onder andere met een vrouwengroep in een centrum dat met Nederlands geld is gerealiseerd.

Kaag: ‘Het is heel knap hoe Jordanië met de grote instroom van Syriërs omgaat, dat hier zoveel gastvrijheid is. Maar het land kan de enorme vraag naar banen, onderwijs en andere voorzieningen niet alleen voor zijn rekening nemen. Daarom verdient het steun van de internationale gemeenschap. En Nederland zal daarbij niet achterblijven.’ Die boodschap bracht de minister ook over in haar gesprekken met Jordaanse collega-ministers en aan studenten van de Shoman Universiteit in Amman tijdens een speciaal college.

Broedplaats voor jonge bedrijven in Irak

In buurland Irak had de minister overleg met premier Abadi en andere ministers. Hierin wees ze op het belang van economische hervormingen en naleving van de mensenrechten, ook voor minderheden. Na een ontmoeting met mensenrechtenactivisten ging ze naar The Station, een broedplaats voor een dertigtal jonge bedrijven in Bagdad. Jong ondernemerschap is één van de oplossingen voor meer werkgelegenheid en inkomen voor jongeren.

The Station wordt daarbij gesteund door het programma Orange Corners, dat onder meer voorziet in samenwerking met Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen die op maat gemaakte trainingen, opleidingen en coaching aanbieden. De minister was ook aanwezig bij de ondertekening van een zogenaamde Letter of Intent tussen ontwikkelingsbank FMO en Vitas Irak. Deze moet leiden tot meer mogelijkheden voor microfinanciering voor Iraakse ondernemers. Voor het eerst sinds negen jaar wordt FMO weer actief in Irak.

Erbil en Mosul

Volgende stop van de reis was Erbil in Noord-Irak. Een delegatie onder leiding van premier Barzani van de Koerdische Autonome Regio ontving minister Kaag. Van Erbil ging het naar Mosul, de stad waar nog ongekend veel landmijnen en explosieven liggen. Inmiddels zijn er 40.000 geruimd, mede dankzij Nederlandse steun. In Mosul zag de minister met eigen ogen hoe groot de verwoesting is die ISIS heeft aangericht. Alleen al in het oude stadscentrum liggen 32.000 huizen in puin. In het Shifa Hospital - door de terreurorganisatie gebruikt als hoofdkwartier - is alles kapot. En van de Al-Nouri moskee resten nog maar enkele muren.

‘Tegelijkertijd is het indrukwekkend hoe groot de veerkracht is van de mensen die zijn gebleven en nu terugkeren,’ aldus Kaag, die ter plekke ook een Unicef-programma voor onderwijs aan meisjes bezocht. ‘Mooi om te zien dat scholen weer functioneren en dat er ook op wordt gelet of psychosociale zorg nodig is. Veel kinderen hebben verschrikkelijke dingen meegemaakt. Heel belangrijk dat daar oog voor is.’ Nederland steunt deze aanpak met €5 miljoen. 

Nederlandse militairen

Laatste onderdeel van de reis van de minister was een bezoek aan de in Erbil gelegerde Nederlandse militairen. Zij maken deel uit van Capacity Building Mission Iraq (CBMI). Zo worden Peshmerga-troepen en Iraakse speciale eenheden getraind om ISIS te bestrijden. Op Kamp Stephan zei Kaag: ‘U verricht hier een belangrijke taak die bijdraagt aan vrede, veiligheid, stabiliteit en perspectief die hier zo hard nodig zijn’.