Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, tijdens de Dag van de Nederlandse Visserij

Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, tijdens de Dag van de Nederlandse Visserij, Stellendam, 7 juli 2018.

In de afgelopen maanden heb ik gezien: de visserij is een sector waar veel partijen bij elkaar komen. Waar ze samenwerken, elkaar nodig hebben, soms ook tegenover elkaar staan, maar allemaal gedreven worden door een enorme passie. Die passie is de sleutel van jullie sector. Maar ook de sleutel van alle vernieuwingen waar we voor staan.
Het is goed dat we het daar vandaag over hebben, onder andere over voedselverspilling, maar ook wat breder kijken naar wat staat ons allemaal te wachten, en hoe we de kansen die er zijn, grijpen.

Dankuwel voor de gastvrijheid van Stellendam. Stellendam en vis valt voor veel mensen samen. En terecht. Het is goed dat de gemeente oog heeft voor de sector, en dat wordt meegedacht over wat nodig is om sector vitaal te houden.

Want vis is goed om ons te voeden en goed om een boterham mee te verdienen. Trouwens, niet alleen vis. Het gaat ook over mosselen en oesters. En in de toekomst steeds meer over nieuwe producten zeewier, zeekraal en lamsoor.
Allemaal producten die de zee ons geeft.

Ik heb groot respect voor u als vissers en visverwerkers. Dit soort dagen laten zien hoe het leven op en aan zee is.
Niet iedereen weet dat – maar als je het wel weet, ben je er nog meer onder de indruk van. Mosselschepen en kotters steken elke week opnieuw de zee op. Het is werken en ondernemen met toewijding, betrokkenheid. In afstemming met de natuur. Vaak gedragen door gezinnen en gemeenschappen.

Als minister mag ik een bijdrage leveren aan deze mooie bedrijfstak. Ik probeer mij te laten leiden door het zoeken naar balans. Tussen wat we graag willen, wat kan, en wat verantwoord is. Die balans wil ik vinden door samen op te trekken en naast u te staan waar dat kan. Daar zitten ook dilemma’s in, die ons allemaal aan gaan. Het is in ons aller belang, en speciaal voor de gezinnen die ik net noemde, dat we op zo’n manier vissen dat er ook voor onze kinderen genoeg vis is om hun mooie beroep uit te kunnen blijven oefenen.

De Nederlandse visserijsector is door de jaren heen blijven vernieuwen. Dat zal ook de komende jaren nodig zijn. Want de visserij maakt een periode van grote veranderingen door. Soms veranderingen waar u zelf het initiatief voor hebt genomen en soms gaat het om zaken die onvermijdelijk zijn.

Ik realiseer mij hoeveel er op u afkomt. De pulsvisserij, bijvoorbeeld: ik weet dat er veel gezinnen zijn die daarover in onzekerheid zitten, en zich afvragen hoe het zal eindigen. Weet dat mijn inzet is, en dat van het ministerie, is om deze techniek te kunnen behouden. Tegelijkertijd moeten we rekening houden met alle opties.

Dat geldt ook voor de Brexit, een situatie waar we ook niet voor gekozen hebben, maar waar we ons ook op moeten voorbereiden. Dat kunnen we, als we dat met elkaar doen, en als we elkaar scherp houden. Weet dat ik bereid ben om dat met u te doen.

En de aanlandplicht – de invoering hebben we voorlopig kunnen afwenden voor onze belangrijkste bestanden, met name schol. In ruil daarvoor onderzoeken wij hoe we selectiever kunnen vissen. Bijvoorbeeld door een pilotprogramma met camera’s aan boord – wij zijn een van de eerste EU-landen die dit doen. Op die manier kunnen we aan de ene kant verspilling tegengaan, maar dat andere kant doen op een manier die werkzaam is voor jullie als vissers.

U hoort het: er zijn weliswaar grote uitdagingen, maar er zijn ook oplossingen, en die zitten hem onder andere in de vernieuwing die ik eerder al noemde. Goede samenwerking tussen vissers, wetenschappers en belangenorganisaties is daarbij essentieel. Er zijn veel mooie voorbeelden van innovaties te noemen in de visserij.

Neem bijvoorbeeld de situatie van windparken op zee. Ik weet dat daar zorgen over zijn, en die neem ik serieus. Maar ik wil u ook oproepen om in die situatie op zoek te gaan naar nieuwe kansen en mogelijkheden. Het kabinet onderzoekt bijvoorbeeld hoe we de windparken kunnen combineren met het kweken van zeewier, van mosselen, oesters en schelpen. Hoe we de natuur kunnen verrijken tussen de masten van de windturbines, zodat er steeds meer leven in de zee komt.

In de Oosterschelde en de Waddenzee testen we al hoe we op grote schaal wier kunnen kweken voor allerlei doelen.
In de Noordzee kan het zeewier zich voeden met overtollige nutriënten die uit de Rijn en de Maas de Noordzee instromen. Zo sluit de kringloop zich.
Dat is wat we willen – ook het sluiten van kringlopen kan een rol spelen in het voorkomen van verspilling.

Een ander mooi voorbeeld van een innovatie in de visserij is het SepNep, een slim ontworpen visnet, ontwikkeld door oud-visser en nettenmaker Kees van Eekelen. Het net wordt gebruikt in het vissen op kreeft. In het net worden kreeften van vissen gescheiden, zodat de ongewenste bijvangst kan ontsnappen, maar de kreeften in het net blijven.

Een derde visserijinnovatie, iets meer uit deze hoek van Nederland, is het initiatief Aqua Valley, dat vorig jaar in Kamperland (in Zeeland) gestart is. Acht aquacultuurbedrijven met allemaal hun eigen specialisme waaronder algen en viskweek gaan samenwerken om meer kennis op te doen en die met elkaar te delen.

Dit waren allemaal voorbeelden van nieuwe technieken die een rol kunnen spelen in het oplossen van de uitdagingen die eraan komen. Maar die vernieuwing die we nodig hebben zit hem niet alleen in technieken, maar ook in bewustzijn bij de consument. Wij vinden het belangrijk dat de producten van landbouw en visserij breder gewaardeerd worden. Breder dan alleen de vraag of ze lekker, voedzaam en betaalbaar zijn. Wij willen meer aandacht voor de vraag: wat maakt een maaltijd gezond? En vis past daar heel erg goed in.


Wij streven er ook naar dat de mensen zich meer bewust zijn van waar het eten vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Hoeveel energie, tijd en liefde onze vissers, tuinders en boeren erin steken. Ook dat bewustzijn bij consumenten is belangrijk: dat je weet dat als je eten weggooit je meer weggooit dan alleen een stukje vlees, vis of groente. Maar dat daar een wereld achter schuil gaat die dan geen recht wordt gedaan.

Als mensen hebben we de mogelijkheden, maar ook een opdracht te zorgen voor de vissen, de dieren en de gewassen in de Noordzee en onze binnenwateren. Zij vormen ons kapitaal. Ook voor de toekomst. We mogen ons ermee voeden, we kunnen eraan verdienen en we moeten er zuinig op zijn. We moeten het doen met respect voor de zee, de aarde en de generaties na ons.

Ik vind het daarom goed dat we daar hierna verder op ingaan. Maar wat u ook moet weten: Ik ben zeer trots op de Nederlandse visserijsector. Ik denk dat u vernieuwend, innovatief en duurzaam kunt blijven. Ik wil daar in Europa en Nederland graag ruimte voor maken. Zo zorgen wij er met elkaar voor dat Nederland een trots vissersland blijft.
Wij kunnen die uitdaging aan, als we samenwerken.

Ik wens u een fijne Vlaggetjesdag Stellendam.