Minister: extra stappen naar inclusiever hoger onderwijs

Het Nederlandse hoger onderwijs is van hoge kwaliteit en een van de meest toegankelijke stelsels in Europa. Maar hier profiteren niet alle studenten van. Wat minister Van Engelshoven (Onderwijs) betreft kunnen er op dit vlak nog extra stappen worden gezet. Want er zijn nog steeds groepen voor wie een gang naar de collegebanken minder makkelijk en vanzelfsprekend is. Denk aan mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, aan mbo’ers die door willen stromen naar het hbo, aan mensen die een studie-opstartperiode nodig hebben en aan mensen die een studie willen combineren met bijvoorbeeld mantelzorg of ondernemerschap. In haar vandaag verschenen Kamerbrief ‘Toegankelijkheid en kansengelijkheid in het hoger onderwijs’ zet de minister uiteen hoe ze het hoger onderwijs voor deze groepen toegankelijker wil maken.

Van Engelshoven: ,,Wie wil en kan moet een studie kunnen volgen in het hoger onderwijs. Niet alle studenten hebben gelijke kansen bij de instroom in het hoger onderwijs en bij hun ontwikkeling tijdens hun opleiding. Dit is onaanvaardbaar. Studiesucces zou er juist over moeten gaan dat zo veel mogelijk geschikte studenten een diploma in het hoger onderwijs kunnen halen. Zeker met een arbeidsmarkt waarin veel vraag is naar hoger opgeleiden.’’

Wettelijke eisen aan numerus fixus

Het kabinet wil het liefst zo min mogelijk opleidingen met een numerus fixus. Daarom moet deze capaciteitsbeperking voortaan adequaat worden onderbouwd en als dit niet gebeurt, kan de minister dit besluit blokkeren. Van Engelshoven heeft een wetswijziging in voorbereiding die dit mogelijk maakt. In de tweede helft van volgend jaar gaat die naar de Kamer.

,,Ik kan nu al zeggen dat in de onderbouwing een instelling onder meer moet aantonen dat voldoende inspanningen zijn verricht om te proberen een numerus fixus te voorkomen’’, schetst de minister. ,,Ik ga onder meer toetsen of universiteiten onderling goed genoeg hebben gekeken of samen een numerus fixus te voorkomen valt. Voor opleidingen in sectoren waarin tekorten zijn op de arbeidsmarkt moet de instelling aangeven welke stappen zij gaat nemen om er voor te zorgen dat de onderwijscapaciteit het komende jaar wordt uitgebreid waardoor de numerus fixus het daaropvolgende jaar naar boven kan worden bijgesteld of niet langer nodig is. Op deze manier voorzie ik dat het aantal opleidingen met een numerus fixus zal slinken.’’

Daarnaast wil Van Engelshoven het juridisch mogelijk maken dat een instelling alleen een capaciteitsbeperking op een Engelstalige track kan instellen. Daardoor blijft de toegankelijkheid van de Nederlandse variant gegarandeerd.

Bindend studieadvies

De minister vindt het niet alleen belangrijk dat iedereen kan gaan studeren maar ook dat iedereen een reële kans heeft op het halen van een diploma. Zij heeft daarom al eerder aangekondigd om het bindend studieadvies te willen verlagen.

Het bindend studieadvies (bsa) is ooit geïntroduceerd als instrument waarmee de opleiding samen met de student kon bepalen of hij of zij wel de juiste keuze had gemaakt. Het aantal studiepunten dat een eerstejaars student moet halen pakt per opleiding wisselend uit. ,,Ik constateer, samen met het onderwijsveld, dat in de dynamiek van het rendementsdenken de norm voor het bindend studieadvies in de afgelopen jaren is verhoogd’’, stelt de minister. ,,Ik ga in gesprek met  het onderwijs om te komen tot een betere balans tussen normering en ondersteuning.’’

Extra onderzoek naar studentenwelzijn

Uit onderzoek blijkt dat ontwikkelingen als een hoge norm voor het bindend studieadvies, maar ook maatschappelijke ontwikkelingen (fear of missing out), ervoor zorgen dat de mentale druk op jongeren toeneemt. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot burn-out-klachten. Om nog beter in kaart te brengen hoe hier wat tegen gedaan kan worden, voert het RIVM in opdracht van OCW en VWS een verdiepend onderzoek uit naar de druk die jongeren, en specifiek studenten, ervaren.

Van Engelshoven: ,,Om verdere stappen te zetten op het gebied van studentenwelzijn maak ik binnen het Comeniusbeurzen-programma voor excellente docenten 1 miljoen euro vrij voor projecten gericht op studentenwelzijn.” Daarnaast is er in het regeerakkoord structureel 2 miljoen beschikbaar gesteld aan instellingen om via het profileringsfonds kwetsbare studenten bij studievertraging financieel tegemoet te komen. ,,Ik heb afspraken met onderwijsinstellingen en studenten gemaakt over hoe wij ons gezamenlijk in gaan zetten voor inclusief hoger onderwijs. Hierbij richten we ons onder andere op studenten met een functiebeperking, zwangere studenten en studenten in gendertransitie.’’