Toespraak van minister-president Mark Rutte bij de herdenking van oud-premier en Minister van Staat Wim Kok in de Tweede Kamer

Mevrouw de voorzitter,

De man die wij vandaag herdenken zei als premier ooit:

‘Mensen zeggen wel eens dat je op een plek als deze heel machtig bent. Dat is in zoverre waar dat je vanuit je verantwoordelijkheid natuurlijk belangrijke beslissingen moet nemen, maar de beperking bestaat uit het steeds voluit afleggen van verantwoordelijkheid in het openbaar in onze democratie in het parlement.’

Het tekent Wim Kok als volbloed democraat, als nuchtere realist en als de premier die zichzelf ooit een ‘passant’ noemde.

Want dan, zei hij, kan het beeld achteraf alleen maar meevallen.

Dat is natuurlijk een geweldig understatement.
Wij herdenken vandaag bepaald geen passant, maar een groot staatsman die in veel rollen zijn stempel op ons land heeft gedrukt.

Ik geloof dat er in onze parlementaire geschiedenis maar weinigen zo goed voorbereid aan het premierschap zijn begonnen als hij.

Wim Kok was als vakbondsman gepokt en gemazeld in de polder.

Hij leerde het politieke handwerk als fractievoorzitter van zijn partij in dit huis.

En als minister van Financiën kende hij de rijksbegroting als zijn broekzak.

Al die kennis en ervaring balde hij samen in acht jaar premierschap.

Acht jaar van snoeihard werken, verantwoordelijkheid dragen en resultaten boeken voor Nederland.

In de laatste anderhalve week hebben velen Wim Kok geroemd om zijn wijze en bezonken oordeel, om zijn vermogen het standpunt van de ander te zien en om zijn samenbindende rol.

Hij was inderdaad de meester van het compromis en de verpersoonlijking van de kracht van het Nederlandse overlegmodel.

Wie boven de partijen staat, heeft nu eenmaal het meeste overzicht.

Als geen ander wist hij hoe het werkte.

Elke partij iets gunnen, geen beslissingen doordrukken en successen delen.

‘Het is beter bescheiden te winnen, anders krijg je het soms hard en onverwacht terug’, zei hij ooit.

Hij realiseerde zich altijd: we hebben elkaar nodig in Nederland.

En in Europa, want daar opereerde hij niet anders.

Maar Wim Kok was ook een doener.

‘Mijn grootste kracht ligt niet in weidse vergezichten schilderen van de toekomst op lange termijn’ zei hij ooit met zelfkennis.

Hij was de man die daadkracht toonde en doorpakte als dat nodig was.

Bijvoorbeeld tijdens de WAO-crisis, op weg naar het kroonprinselijk huwelijk en natuurlijk na die afschuwelijke moord op Pim Fortuyn.

Achteraf zei hij over dat moment: ‘Even is het chaos in je hoofd, maar als je verantwoordelijkheid draagt, weet je dat het daar niet bij kan blijven.’

Op dat moment kon de man die altijd alles wikte en woog, in een split second de juiste beslissingen nemen.

Zijn kracht en zekerheid haalde hij uit een sterk moreel kompas dat een leven lang gericht stond op sociale rechtvaardigheid, op fatsoen en op degelijkheid.

De basis daarvoor is ongetwijfeld gelegd in het gezin en de wederopbouwtijd waarin hij opgroeide.

‘De kantjes werden er niet vanaf gelopen’, herinnerde hij zich later.

Hij noemde het een tijd van ‘saamhorigheid en wat voor elkaar over hebben’ – begrippen die altijd richtinggevend voor hem zijn gebleven.

Wat bijzonder was: Wim Kok sprak iedereen aan.

Jong en oud, de mensen in de fabriek en op de universiteit, inwoners van de oude wijken en jonge Vinex-gezinnen .

Wat was zijn geheim?

Ik denk aan de ene kant zijn enorme statuur en natuurlijke gezag.

‘De waardigheid zat in de man zelf’, zei een naaste medewerker van hem vorige week heel treffend.

Wim Kok werd gewaardeerd en bewonderd, ook door wereldleiders als Tony Blair, Bill Clinton, François Mitterrand en Nelson Mandela.

Maar hij was tegelijkertijd de man die in 1991 werd uitgeroepen tot kampeerder van het jaar.

En die op de vraag wie tijdens dienstreizen de lunch betaalde antwoordde hij: ‘Bij langere afstanden neem ik brood mee, samen met een pakje melk en een appel.’

Het is die combinatie van staatsmanschap en sobere nuchterheid waardoor mensen zich tot hem aangetrokken voelden en hem hun vertrouwen schonken.

Mevrouw de voorzitter,

Toen een journalist in 1980 aan hem vroeg wat hij zou doen als hij premier was, zei Wim Kok: ‘Dat is een onmogelijke vraag. (…) Volgens mij ben ik er helemaal niet geschikt voor.’

Het gebeurde maar weinig dat hij er zo naast zat.

Want wij weten: niemand was meer geschikt dan hij.

We herdenken vandaag een groot staatsman, die ons land met een koel hoofd en een warm hart verder heeft gebracht.

Nederland is hem dankbaar.

Ik wens zijn vrouw, kinderen, kleinkinderen en andere nabestaanden heel veel kracht toe in deze moeilijke tijd.