Tien EU-landen bepleiten sterkere crisisstructuur Europa

Nederland pleit samen met negen andere EU-landen voor een sterkere crisisstructuur voor Europa. Om dat te realiseren moet het Europese noodfonds (ESM) een grotere rol krijgen bij gewenste bezuinigingen en hervormingen van eurolanden die het fonds om geld vragen. Daarnaast willen de tien landen dat wanneer een lidstaat in de problemen komt door een onhoudbare overheidsschuld eerst de betrokken investeerders en beleggers hun verlies nemen. Pas daarna – en onder strikte voorwaarden – kan worden overgegaan tot steun vanuit het noodfonds ESM.

Denemarken, Estland, Finland, Ierland, Letland, Litouwen, Zweden en Nederland sloten in maart 2018 al een alliantie. Deze acht landen, aangevuld met Slowakije en Tsjechië, komen vandaag in een gezamenlijk paper met nieuwe voorstellen voor het versterken van de eurozone. Hiermee kan in de toekomst snel en effectief worden gereageerd op een financieel-economische crisis.

Volgens minister Wopke Hoekstra (Financiën) zijn sterkere economieën in het belang van de welvaart in Nederland en Europa als geheel. “Landen hebben de verantwoordelijkheid om zich te houden aan de Europese afspraken over begrotingstekorten en staatsschulden. Maar als het toch fout gaat, is het belangrijk om de crisis zo goed mogelijk op te vangen. Snel en adequaat handelen zal de impact beperken. Daarom moeten we de crisisstructuur in Europa verder versterken. Met dit plan kijken we naar problemen én oplossingen. Ik ben blij dat we hierbij samen op kunnen trekken met een groot aantal EU-partners.”

Het noodfonds ESM zorgt op dit moment alleen voor financiering van de steunprogramma’s voor landen in financiële problemen, zoals in het verleden Griekenland. Onder meer de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank gaan over de noodzakelijke hervormingen en bezuinigingen in ruil voor financiële steun. Volgens de betrokken EU-landen is het logisch om het ESM hierin een grotere rol te geven. Als verschaffer van leningen past het bij de rol van het ESM om in het belang van de eurolanden te handelen. Zij zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor hulp aan landen in de problemen.

De betrokken EU-landen bepleiten ook dat wanneer de overheidsschuld van een lidstaat onhoudbaar is, investeerders hun verlies moeten nemen voordat er – onder strikte voorwaarden – een beroep kan worden gedaan op het noodfonds. Op die manier wordt voorkomen dat landen gebukt blijven gaan onder een onhoudbare overheidsschuld en wordt de aanspraak op de publieke middelen van het noodfonds beperkt. Dit vergt een aanpassing van het raamwerk dat regelt hoe wordt omgegaan met onhoudbare overheidsschulden

Minister Hoekstra was afgelopen week in Letland, Denemarken en Zweden, onder andere om het gezamenlijke paper te bespreken. “De komende maanden staat de toekomst van de eurozone meerdere malen op de agenda van de Eurogroep en in december volgt er een Eurotop voor regeringsleiders. In aanloop naar die top wil ik de krachten bundelen. Onze relatie met Duitsland is traditioneel cruciaal omdat we overeenkomstige belangen hebben. We hebben daarnaast zeer nauwe contacten met België en Luxemburg, maar ik wil ook andere coalities smeden – zeker nu we door het aangekondigde vertrek van het Verenigd Koningrijk uit de Europese Unie een voor Nederland belangrijke partner verliezen. Ik heb daarbij in het bijzonder intensief contact met Frankrijk, de Scandinavische landen, de Baltische staten en Ierland.”