Toespraak van vicepremier en minister De Jonge bij de viering van Chanoeka

Op donderdag 6 december 2018 sprak vicepremier en minister Hugo de Jonge (VWS) tijdens de viering van Chanoeka in de synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam.

Beste mensen,
Beste Menno,

Vandaag zijn we hier met elkaar om Chanoeka te vieren en om Menno ten Brink – die al 25 jaar jullie rabbijn is – in het volle licht te zetten. Hier, op deze bijzondere plek, met ten zuiden van ons al dat licht van de avondspits. En ten noorden het pikkedonker van Zorgvlied.

Ik vind het feest van Chanoeka zo mooi omdat het een verhaal van hoop, en van kracht vertelt. We vieren de opstand van een klein groepje dappere Makkabeeën, die van de grond van hun voorouders waren verdreven. Die hadden moeten leven onder het juk van een Griekse dictatuur.

Maar een klein groepje mannen weigerde zich bij dat lot neer te leggen en trok ten strijde. Ze wisten: alles van waarde is weerloos. En juist daarom streden ze voor wat ze waard waren en voor wat voor hun van waarde was. De Makkabeeën wisten door te stoten tot aan de Tweede tempel, die de Grieken hadden ontheiligd. Met het laatste kruikje olie ontstaken de strijders de menora.1 kruikje, dat was precies genoeg voor 1 dag licht, niet voor de 8 dagen die het duurt om de koosjere olie te maken.

Maar dat was buiten de voorzienigheid gerekend. Want op 1 kruikje olie bleef de menora 8 dagen branden. En dat wonder vieren we vandaag.

Maar we vieren ook een feest gebaseerd op een wijze les. Een les waarin een wonder schuilt in dat groepje Makkabeeën, dat alle kaarten had om te verliezen, maar toch doorzette. Omdat ze voelden dat je nooit te klein bent om de strijd te voeren die gevoerd moet worden. Omdat ze wisten dat je nooit op voorhand de handdoek in de ring mag gooien. Omdat ze geloofden, dat hun Heer niet alleen de duisternis, maar ook het licht had geschapen. Daarmee wonnen ze de belangrijkste waarde terug die ook vandaag ten grondslag ligt aan onze open en democratische rechtstaat: vrijheid.

En die vrijheid, onze vrijheden, zijn zo allesomvattend en belangrijk dat we ze hebben verankerd in onze grondwet. Maar hoe die samenleving eruit ziet, dat is maar ten dele in wetten te vangen. Wij mensen zijn het, die onze gemeenschap elke dag weer kleur geven, die recht moeten doen aan al die vrijheden.

Omdat we als geen ander weten dat vrijheid – zeker van minderheden – makkelijk op de tocht komt te staan. De meesten van ons hebben het geluk in vrijheid te zijn geboren, maar veel van u zijn ook opgegroeid binnen een gezin waarvan de ouders, of de grootouders de duisternis van haat, van onrecht, van de Shoah tot op de ziel hebben ervaren.

Sommigen van u zijn alleen, of samen met de rabbijn, met Menno, op reis gegaan naar Auschwitz. Om achter de poorten van de hel op zoek te gaan naar iets van wat u zo dierbaar is. Op zoek naar wortels, het gevoel iets dichterbij ouders, grootouders, familieleden te komen. Om te herinneren en om te kunnen leven mét die afgrijselijke geschiedenis.

Die geschiedenis is nooit ver weg. Antisemitisme is helaas nooit ver weg. De verhalen over onderdrukking, en over opstaan tegen onrecht, lopen als een rode draad door de Thora. En die verhalen vullen vandaag de pagina’s van de krant. Pagina’s over antisemitisme online en offline – ook hier in Nederland. Het onderstreept waarom we als samenleving en als overheid minderheden hebben te beschermen. Omdat als minderheden in de verdrukking raken, de vrijheden van ons allemaal op het spel staan.

Ook in deze tijden kunnen we hoop vinden in het verhaal van Chanoeka. Omdat de Makkabeeën zich destijds durfden te verzetten tegen de penibele situatie waarin ze leefden. We zien ze daarom vandaag terecht als helden, maar uiteindelijk waren ze net als u en ik, en iedereen hierbuiten van mens gemaakt. Elk mens heeft het in zich om het verschil te maken in het leven van een ander. Door op cruciale momenten voor het goede te kiezen. Door je mond open te trekken tegen onrecht. Door minderheden niet buiten te sluiten, maar door de kring groter te maken. Want zonder een ander zijn we minder compleet.

Lang heeft de naschok van de Tweede Wereldoorlog onze samenleving doen beseffen dat we de nadruk niet moeten leggen op wat ons scheidt. Maar steeds minder mensen kunnen hun verhalen nog uit 1ehand vertellen. Als de geschiedenisboeken niet genoeg zijn om antisemitisme uit te bannen, dan moeten we als samenleving nog harder aan de slag.

Door u te beschermen. Door er via het onderwijs voor te zorgen dat de verhalen over de Shoah verteld blijven worden aan onze jeugd. En u door de verhalen van uzelf, uw ouders en grootouders te blijven vertellen. Want daarmee hopen we tegengif te bieden aan antisemitisme en licht te maken in het donker. Want zelfs het kleinste streepje licht is genoeg om de absolute duisternis op te heffen. En dat, Menno, dat brengt me bij jou.

We hadden het net over dat heel kleine kruikje olie, dat wel voor 8 dagen licht zorgde. Soms kunnen kleine dingen voor een heel groot verschil zorgen. En dat is wat jij hier dagelijks doet, Menno.

Jij zet hier al 25 jaar de deur open voor iedereen. Ook voor mensen die niet uit interesse, vriendschap of geloof op je pad komen. Die jongeren bijvoorbeeld, die vroeger hiernaast op school zaten en rottigheid uithaalden, die werden hier naar binnen gehaald. Na die jongeren, volgden hun  klassen. En na de klassen, volgde de buurt. Omdat je elkaar alleen kunt kennen als je ook bereid bent om naar elkaar te luisteren. Het 'leer je buren kennen'- project dat zo startte, loopt inmiddels door heel het land.

In jouw optiek heeft elk vastgelopen gesprek een opening, je hoeft hem alleen maar te vinden. De LJG doet dat bijvoorbeeld, door de handen ineen te slaan met imam Mazouk Aulad Abdellah. Jullie vieren religieuze feesten samen, spreken in elkaars gemeenschap. En jullie gaan niet alleen de wereld in, de wereld komt hier ook binnen. De LJG is meer dan een synagoge, het is een open gemeenschap waar plaats is voor debat. Waarin man en vrouw elkaars gelijke zijn. Waarin jij, Menno, bij elke deur die op slot zit, de sleutel probeert te vinden. Daardoor staan de deuren open, en stromen de mensen als vanzelf deze prachtige synagoge in.

Daar mag iedereen hier trots op zijn. Trots op dat volk dat zo dapper opkwam voor die fundamentele waarden. Trots op wie u bent, en waar u vandaan komt. En trots op dat licht dat niet alleen in dit huis, maar ook daarbuiten, de duisternis opheft.

Dank u wel.