Onderzoeksraad voor Veiligheid doet onderzoek naar ongeluk met spookrijder op A73 in 2017

De Onderzoeksraad voor Veiligheid gaat op verzoek van minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) onderzoek doen naar de manier waarop Rijkswaterstaat is omgegaan met het ongeluk met een spookrijder op de A73 op 19 november 2017. Hierbij kwamen twee mensen om het leven. 

Kort na het ongeval heeft Rijkswaterstaat een situatieschets verkeersveiligheid gemaakt. Daaruit zijn geen eenduidige conclusies te trekken over de invloed van de weginrichting ten tijde van het ongeval. Rijkswaterstaat heeft Royal Haskoning DHV vervolgens gevraagd te kijken welke lessen er getrokken kunnen worden.

In hun onderzoeksrapport staat dat, als bij de eerste melding direct was geconstateerd dat het hier om een tunneltraject ging en de melding ook was doorgezet naar de tunneloperator, de tunnel waarschijnlijk nog voor het passeren van de spookrijder gesloten had kunnen worden. Volgens het rapport is het gezien het rijgedrag van de spookrijder achteraf niet te bepalen of dit de afloop had beïnvloed.  

In 2010 vond op de A73 ook een ongeval met een spookrijder plaats. Daarbij is de spookrijder lichtgewond geraakt. Naar aanleiding daarvan heeft Rijkswaterstaat een incidentevaluatie gemaakt. In hoeverre de aanbevelingen uit deze evaluatie zijn opgevolgd is onduidelijk.

 Ten slotte heeft Rijkswaterstaat Goudappel Coffeng een onderzoek laten uitvoeren naar de inrichting van de op- en afritten bij de aansluiting Maasbracht-Roertunnel. Hieruit volgt dat de kans op spookrijden op het onderzochte weggedeelte voor een geconcentreerde weggebruiker vrijwel uitgesloten is. Voor een weggebruiker die afgeleid is, is de kans daarop klein, maar vanaf de aansluiting Maasbracht niet uitgesloten. Rijkswaterstaat beziet de aanbevelingen.

Rijkswaterstaat heeft vastgesteld dat de communicatie met de nabestaanden en andere betrokkenen niet goed is verlopen. Rijkswaterstaat heeft vastgesteld dat de nabestaanden onnodig lang hebben moeten wachten op informatie over het ongeval waarbij hun dierbaren om het leven kwamen. Hiervoor heeft Rijkwaterstaat excuses aangeboden aan de nabestaanden. Met hen is afgesproken dat zij vanaf nu nauwgezet worden geïnformeerd.

 Een jaar na het ongeluk zijn er nog veel vragen. Daarom heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de Onderzoeksraad voor Veiligheid verzocht onderzoek te doen. De Onderzoeksraad voor Veiligheid kijkt in het onderzoek naar de volgende zaken: 

 De omstandigheden rond het ongeval van november 2017 en de afwikkeling van dit ongeval, mede op basis van het in 2018 verrichte onderzoek door Royal Haskoning DHV;

• De mogelijke invloed van de weginrichting (inclusief de bebording) rond de A73 ten tijde van het ongeval;

• De wijze waarop en het moment waarop binnen Rijkswaterstaat gevolg gegeven is aan de bevindingen en aanbevelingen van de onderzoeken uit 2010 en 2018. Tevens aan de wijze en het moment waarop hierover door Rijkswaterstaat intern en extern is gecommuniceerd.

De minister heeft, nadat de nabestaanden zijn geïnformeerd, de Tweede Kamer geïnformeerd en de onderliggende rapporten gestuurd.