Toespraak staatssecretaris Van Veldhoven RAI mobiliteitsdiner

“Data zijn de ‘vijfde transportmodus’. Niet denken vanuit de infrastructuur – de ‘gebaande paden’ - maar vanuit de vraag naar mobiliteit. En real time altijd de meest efficiënte vervoer- of transportkeuze kunnen maken.
Mobility as a Service, misschien is ‘maatwerk’ nog wel de beste afkorting.”

Dat zei staatssecretaris Van Veldhoven maandagavond 25 maart tijdens het Mobiliteitsdiner van de RAI Vereniging in Den Haag.

Dames en heren, beste rijwielvrienden, beste heer Van Eijck,

Het is interessant hier in het hart van Den Haag te spreken over stedelijke bereikbaarheid. Auto’s, treinen en trams rijden hiernaast, bij het Centraal Station in drie lagen over elkaar heen. De Koningstunnel wordt nu gerenoveerd, maar de 11 treinsporen die in het ‘kopstation’ aankomen zijn gelukkig allemaal open.

Er staat hier in de binnenstad veel werk op het programma. En dat moet ook wel.
De metropoolregio Rotterdam Den Haag verwacht tot 2040 meer dan 240 duizend nieuwe woningen te bouwen. Goed voor 400 duizend nieuwe inwoners van de regio. Oftewel: een hele stad Utrecht erbij! In Utrecht komen er tussen nu en 2040 trouwens ook nog 100 duizend mensen bij.

Het is duidelijk dat we de komende jaren een flinke toename van het aantal reizigers in de Randstad kunnen verwachten. En het is ook duidelijk dat ons weggebruik en het openbaar vervoer er met nieuwe technologie anders uit gaat zien.

Als wij praten over mobiliteit, dan hebben we het – overigens niet alleen in de Randstad – over:

  • Verkeersveiligheid;
  • Bereikbaarheid;
  • Doorstroming;
  • Emissieloos verkeer en vervoer.

Laat ik met de eerste beginnen: verkeersveiligheid.

De MONO campagne draait op volle toeren. Dat zal u niet zijn ontgaan. Ongestoord onderweg, dat is het devies. Want het aantal verkeersslachtoffers stijgt weer. En afleiding in het verkeer is daar een belangrijke oorzaak van. De MONO app schittert in eenvoud: onderweg geeft je mobiel geen meldingen van binnenkomende berichten. Want rijden en met mobieltjes spelen is een levensgevaarlijke combinatie. En vanaf 1 juli dit jaar gaan we daar dus ook een stevig prijskaartje aan hangen.

We hebben een kraakheldere ambitie: 0 verkeersslachtoffers.

Dan bereikbaarheid. Een grote opgave in heel Nederland, en zeker in de stedelijke gebieden. De Randstad telt met 8,2 miljoen inwoners ongeveer evenveel inwoners als New York. We hebben iets meer ruimte, en een totaal andere logistieke inrichting. Oude stadskernen die langzaam maar zeker naar elkaar toegroeien. Stadskernen die oorspronkelijk niet gebouwd zijn op de voertuigen van vandaag. Maar ook sterk groeiende economische kernen en woonkernen waartussen het verkeer blijft toenemen.

Werken aan de fysieke infrastructuur blijft belangrijk in de centrale opgave rondom bereikbaarheid. Maar voor een goede doorstroming is veel meer nodig. U weet dat als geen ander.

De toenemende vraag naar mobiliteit is voor een deel te sturen. Door na te denken over het soort woningen dat we in onze steden bouwen, en waar we ze neerzetten. Hoe richten we nieuwe wijken in, zodat mensen in een groene omgeving met schone lucht snel bij een OV halte of hun elektrische deelauto zijn?

Met de City Deal introduceerden we vorig jaar een nieuwe vorm van nieuwbouw waarbij elektrische deelauto’s in het pakket zijn opgenomen. Zo kunnen we meer huizen bouwen met minder parkeerplaatsen.

Het nieuwe Beurskwartier in Utrecht krijgt ook zo’n nieuwe inrichting. Autovrij, met veel groen, veel ruimte voor de fiets, goede OV aansluitingen, en parkeerruimtes voor elektrische deelauto’s aan de randen van de wijk.

Maar ook in de Haagse Binckhorst staat duurzame mobiliteit centraal bij de ontwikkeling. Dat kan ook niet anders. Met 20 duizend nieuwe bewoners en ruim 30 duizend nieuwe werkplekken binnen een paar vierkante kilometer stad. Een eigen wagenpark met vierwielers voor iedereen zal daar dus niet gaan. Voor tweewielers is het al beter te regelen, maar ook dat vraagt investeringen. Steeds meer stedelijke gebieden in Nederland hebben hiermee te maken.

Daarom zetten de minister en ik in op mobility as a Service en ruimte voor deelconcepten. Deze zijn onderdeel van de gebiedsontwikkeling in de Binckhorst en Zuidasdok. Niet de eigendom, maar het gebruik staat centraal. Net als bij Netflix en Spotify bijvoorbeeld.

Verplaatsen binnen het gebied gaat anders dan erbuiten. Met mobility hubs kunnen ‘Last mile oplossingen’ worden gecreëerd. Het OV-knooppunt is een onmisbare schakel in de mobiliteitsketen. Niet alleen door de strategische ligging en de samenkomst van veel verschillende modaliteiten. Maar ook door op die locaties voor ruimtelijke ontwikkeling te kiezen: wonen, werken en overige voorzieningen.

De overstap van de auto, het openbaar vervoer naar de fiets, de elektrische step, de benenwagen, en straks wellicht de drone-taxi wordt logischer en makkelijker.

Want niet alleen kijken we anders naar de inzet van bestaande mogelijkheden, we introduceren ook nieuwe vormen van vervoer op de weg, ernaast of erboven. Daar moeten we de infrastructuur en de stedelijke omgeving op inrichten.

We zijn al begonnen met een aantal stedelijke pilots. De verwachting is dat het concept van Mobility as a Service volgend jaar in het hele land mogelijk is.

Data zijn de ‘vijfde transportmodus’. Niet denken vanuit de infrastructuur – de ‘gebaande paden’ - maar vanuit de vraag naar mobiliteit. En real time altijd de meest efficiënte vervoer- of transportkeuze kunnen maken.

Mobility as a Service, misschien is ‘maatwerk’ nog wel de beste afkorting.

Stedelijke bereikbaarheid. Het gaat niet alleen over antwoorden op een toenemende vraag, maar ook over de vraag zelf. Welke overbodige kilometers kunnen we voorkomen?

  • Door een beter routeplan,
  • Door een ander vervoermiddel te kiezen,
  • Door een ander tijdstip te kiezen,
  • Door het delen van data en daarmee efficiëntere transportplannen mogelijk te maken,
  • Door de werk- en opslagruimte zo dicht mogelijk bij een bouwlocatie te plaatsen.

Want de helft van alle bouwactiviteit in Nederland vindt op dit moment plaats in de grote steden. Dat zal de komende tien jaar doorgroeien naar 80%. Van al het zakelijke transport in en naar onze steden gaat 1/3 naar die bouwplaatsen: dagelijks 200 duizend bestelbusjes en 20 duizend vrachtwagens.

De groei van onze steden heeft dus een direct gevolg voor opgaven als verkeersveiligheid, luchtkwaliteit en bereikbaarheid. En als we niet aan alle knoppen tegelijk draaien, loopt het geheid vast. Smart mobility dus: een integrale benadering van logistieke vraagstukken.

Overbodige kilometers eruit. En de kilometers die we rijden zoveel mogelijk emissieloos. Te beginnen in de steden. Zoals de transportbedrijven Lips en Breytner het wasgoed van ziekenhuizen in Rotterdam volledig elektrisch en buiten spitstijden vervoeren.

Dames en heren,

Als we elkaar hier in het jaar 2050 weer zouden treffen, hoe zouden we hier dan zijn terechtgekomen? Veilig, betaalbaar, makkelijk, comfortabel en emissieloos. Want zo hebben we het in het Ontwerp Klimaatakkoord opgeschreven. Dat is niet zomaar een streven, dat zijn belangrijke doelen die gaan over hoe wij willen leven. Nu en in de toekomst.

En samen geven wij vorm aan die toekomst. Met nieuwe ideeën, innovaties, ethical design.

U heeft vorig jaar, op uw 125ste verjaardag, een mooi initiatief geïntroduceerd: en studentenprijs voor de beste scriptie over mobiliteit. Ik ben heel nieuwsgierig naar het winnende verhaal.

Zo voegen we de creatieve denkkracht van jonge geesten toe aan de innovatiedrang en ondernemersmentaliteit van vervoerders, logistieke sector, overheid en bedrijfsleven, van u allen. En zo houden we ons land gezond en onze steden bereikbaar.

Dank u wel.