Werkbezoek Minister Grapperhaus & Staatssecretaris Harbers aan Caribisch Nederland

Ik ben de afgelopen 48 uur hier op Curaçao en nu Aruba geweest, om met de ministers van justitie van de landen, maar ook met de lokale politie, met het lokale Openbaar Ministerie, douane en kustwacht te praten over een paar nijpende problemen. Allereerst, natuurlijk, de bootjes die hier
aankomen met vluchtelingen uit Venezuela, maar waar tegelijkertijd ook drugs en wapens in zitten.

Samen met mijn collega Harbers heb ik die problematiek besproken. Maar verder ook gepraat over hoe gaan we nou die zware criminaliteit hier structureel aanpakken? Daar zijn we vooruitgang in aan het boeken, maar er moet nog meer gebeuren. Vooral de informatiedeling is een heel belangrijk punt. Hoe meer informatie we delen, hoe sterker we kunnen optreden tegen criminele organisaties, maar ook hoe weerbaarder we het bestuur kunnen maken tegen corruptie, maar ook tegen bedreigingen van buitenaf.

Ik ben deze dagen op werkbezoek op Curaçao, Bonaire en Aruba. Binnen het Koninkrijk der Nederlanden is ieder land zelf verantwoordelijk voor de manier waarop we omgaan met vluchtelingen. Maar Nederland verricht wel bijstand bij Aruba en Curaçao. Dat doen we, omdat er natuurlijk allerlei scenario's zijn met vluchtelingen uit Venezuela, die een veilig heenkomen zoeken in de buurlanden. En dan wordt de vraag wel relevant of Curaçao en Aruba daarop voorbereid zijn en wat we als Nederland kunnen doen om hen daarbij te helpen. Ook op Bonaire speelt het vraagstuk van de dreiging vanuit Venezuela. En ik heb daar onder andere over gesproken met de gezaghebber en ook met de politie en justitie op Bonaire.

Maar gelukkig was er ook nog tijd over om even te kijken op de werkvloer. Waar het werk echt gebeurt. Bij de IND voor Caribisch Nederland en bij de Koninklijke Marechaussee. En ik zag dat er goed wordt samengewerkt. Ook voor uitdagingen die soms voor ons heel klein lijken, maar op de schaal van een eiland immens zijn. En daar helpen we ze graag bij.