Toespraak van minister Van Engelshoven bij uitreiking Jos Brinkprijs 2019

Minister Van Engelshoven sprak tijdens de bijeenkomst ter ere van de Jos Brinkprijs 2019, op 19 mei 2019 in Haarlem.

Beste mensen,


Het is een groot voorrecht om deze middag samen met jullie te delen.

Om samen met jullie in dit prachtige Haarlemse theater te zijn.

Op de plek waar veel stukken van Jos Brink in première gingen, in een gebouw dat hem na aan het hart lag.

Voor Jos Brink stond de kracht van theater buiten kijf.

Hij noemde theater "zijn anker".

Ik deel die liefde voor het theater.

En dan is het als minister van Cultuur mooi meegenomen dat het bij mijn werk hoort om naar het theater te gaan...

Mij hoort u niet klagen.

En soms zie je dan een voorstelling die je altijd bij zal blijven.

Dat gebeurde mij vorig jaar, toen ik hier in Haarlem een Mbo-school bezocht.

Theatergezelschap AanZ speelde tijdens dat bezoek de voorstelling LEEF! - een portret van drie jongeren die op zoek zijn naar hun eigen geluk en de vrijheid om zichzelf te zijn.


Tijdens de voorstelling zag ik een meisje in het publiek wat heen en weer schuiven op haar stoel.

Op een gegeven moment liep ze weg, om even later weer terug te komen. Iets leek haar dwars te zitten.

Toen stond ze op.

Ze stond op en vertelde haar klasgenoten hoe zeer de voorstelling haar raakte - hoe zeer ze zich erin herkende.

Ze vertelde dat ze zich lange tijd eenzaam voelde, maar ook dat de voorstelling haar nieuwe kracht gaf.


Ze vertelde daar, ter plekke, voor het eerst aan haar klasgenoten dat ze lesbisch is.

Ik herinner me dat ik tranen in mijn ogen had.

Ik realiseerde me toen twee dingen, die ik graag met jullie deel.

Het eerste wat ik me realiseerde, is dat emancipatie in Nederland en daarbuiten nog lang niet af is.

Zolang er nog jongeren zijn die bang zijn om open te zijn over hun seksuele identiteit, is emancipatie niet af.

Zolang het nog veiliger is om te moeten zijn wie je niet bent, is ons werk nog niet gedaan.

We zijn er nog lang niet, zolang in landen als Polen en Hongarije geweld en intimidatie voor LHBTI’ers aan de orde van de dag zijn.

Zolang er nog mensen zijn die een verklaring tekenen die christelijke LHBTI'ers het recht ontneemt om te zijn wie ze willen zijn.

Zolang er nog televisiepersoonlijkheden zijn die bagatelliseren hoeveel moed het vergt om je als homoseksuele voetbalfan in te zetten voor een veilige omgeving - ook op de sportclub.

We zakken op zulke momenten door de ondergrens van tolerantie heen.

Juist op die momenten voel ik als minister van Emancipatie de verantwoordelijkheid om op te treden.

In woord en daad.

Door mij uit te spreken tegen deze onverdraagzaamheid, die volstrekt onacceptabel is.

In Nederland, en daarbuiten.

En door extra geld vrij te maken voor allianties die zich inzetten voor het recht om overal jezelf te kunnen zijn.

Ik realiseerde me nog iets tijdens die voorstelling van AanZ.

Ik realiseerde me dat er - ondanks alles - reden is voor hoop en optimisme.

Zolang er mensen zijn die vol moed blijven strijden voor een veilige wereld voor iedereen, is er hoop.

Mensen zoals Dolly Bellefleur, Joke Swiebel en Paul Haenen, die met hun doorzettingsvermogen al jaren een voorbeeld zijn voor velen.

Mensen zoals Bowi Jong, die zijn nek durft uit te steken en zo een rolmodel is voor jonge sporters.

Mensen zoals Duncan de Moor uit Hellevoetsluis, die als Duncan Laurence een inspiratie is voor LHBTI'ers in alle hoeken van de wereld.

Zolang er mensen zijn zoals zij en u, is er hoop.

Beste mensen,

Het is een eer om naast jullie te staan als minister van Emancipatie.

Ik hoop mij ook de komende jaren met jullie te mogen inzetten voor een wereld waarin niemand meer hoeft te ontsnappen aan zichzelf.

Dank u wel.