Loonstrookjes 2021

Zoals ieder jaar heeft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief aan de Tweede Kamer gestuurd om een indruk te geven van de veranderingen op de loonstrookjes van Nederlandse huishoudens in januari 2021. 

In tegenstelling tot andere jaren is het dit jaar meer dan ooit belangrijk om te realiseren dat de ontwikkelingen van de loonstrookjes met grote voorzichtigheid moeten worden bezien. In sommige sectoren gaat het ondanks de corona-crisis nog steeds goed, andere sectoren verkeren in zwaar weer. De lockdown die deze week nodig bleek, maakt eens te meer duidelijk dat we voorlopig nog in een periode van grote onzekerheid leven.

In normalere tijden is het eerste loonstrookje van het jaar voor veel mensen wel een belangrijk moment. Daar wordt voor het eerst zichtbaar of mensen in loondienst er op voor- of achteruit gaan. Dit is immers het eerste moment waarop het gevolg van beleidswijzigingen op het inkomen zichtbaar worden. De brief laat de veranderingen op het loonstrookje zien die het resultaat zijn van het kabinetsbeleid en van de verwachte veranderingen in de pensioenpremies. Om dit te kunnen doen, wordt verondersteld dat het brutoloon gelijk blijft en iemand bijvoorbeeld geen loonsverhoging krijgt of te maken krijgt met veranderingen in het aanvullend pensioen.

De loonstrookjes 2021 laten een plus zien. Het positieve beeld op het loonstrookje komt door de lastenverlichting die deze kabinetsperiode is ingezet. Het belastingtarief eerste schijf, waarin de meeste mensen belasting betalen, gaat vanaf januari omlaag . Daarnaast worden de arbeidskorting met maximaal € 386 en algemene heffingskorting met maximaal € 126 verhoogd, hiervan profiteren werkenden en mensen die een uitkering ontvangen.

In de brief wordt ook kort ingegaan op de koopkrachtontwikkeling voor 2021, omdat dat een vollediger beeld geeft van de ontwikkeling van het besteedbaar inkomen van huishoudens. Op basis van de meest recente raming wordt een mediane koopkrachtplus van 1,0% verwacht. De verwachting is dat komend jaar de cao-lonen gemiddeld minder zullen stijgen dan de prijzen, waardoor de reële lonen dalen. De koopkrachtstijging komt door lastenverlichtende maatregelen. Minister Koolmees benadrukt in de brief dat het in deze coronatijd moeilijk te zeggen is wat de ontwikkeling is van de koopkracht van huishoudens. Sommige mensen hebben door corona hun baan verloren of zullen de komende tijd op zoek moeten naar nieuw werk, veel ondernemers hebben het zwaar. Dergelijke ontwikkelingen zitten niet in de standaard koopkrachtplaatjes. Gevolg is dat we nu met nog meer nuance moeten kijken naar de koopkrachtplaatjes dan gebruikelijk.