Aanbiedingsspeech Miljoenennota 2022 door minister Hoekstra

Toespraak van minister Hoekstra (Financiën) bij de aanbieding van de Miljoenennota 2022 aan de Tweede Kamer op 21 september 2021 in Den Haag.

Mevrouw de voorzitter,

Iedereen die ooit een vak economie heeft gevolgd, kent wel het begrip homo economicus. Het gaat uit van de calculerende mens, die rationele keuzes maakt. En van een economie die transactioneel is, gericht op het maximaliseren van nut.

Diezelfde economiestudent weet vast ook dat over deze visie binnen en buiten de wetenschap al langere tijd vragen worden gesteld. Dat theorie en praktijk heel verschillend kunnen uitpakken. En dat de economie niet voor niets  - en ik zeg dit met het grootste respect voor alle economen die ons land rijk is – geen exacte wetenschap is.

Maar als er één periode is, waarin we heel nadrukkelijk hebben gezien dat wij mensen niet sec als homo economicus door het leven gaan, dan is het de afgelopen anderhalf jaar. Tijdens de coronacrisis zagen we mensen die beslissingen namen, niet uit eigenbelang, maar omdat ze er voor elkaar wilden zijn. We kennen de voorbeelden allemaal.

Denk aan de psycholoog die een bel-me-wel-register begon, voor mensen die zich eenzaam voelden.
Denk aan de Amsterdammer die laptops regelde voor kinderen die er thuis geen hadden, maar wel huiswerk moesten maken.
Denk aan de vele vrijwilligers, die naast een fulltime baan ’s avonds meehielpen in de zorg, toen de druk daar het allerhoogst was.
Denk aan de groep 3-juf die tijdens de schoolsluiting bij al haar leerlingen langsfietste toen zij alle letters hadden geleerd. Zo kon ze met ieder van hen apart en op afstand toch het grote letterfeest vieren.

En denk aan al die mensen die trouw bij hun favoriete restaurant afhaaldiners kochten en thuis opwarmden. Het haalt het natuurlijk niet bij uit eten gaan, maar Nederlanders deden het ook om iets anders: om hun eigen horeca te steunen.

Het zijn allemaal voorbeelden die ver afstaan van de calculerende mens, die bezig is met eigenbelang. Het deed mij terugdenken aan een gesprek dat ik had met de theoloog Paul van Geest. Hij is een bijzondere samenwerking begonnen met de econoom Lans Bovenberg, vanuit de gedachte dat de theologie en de economie elkaar wellicht iets kunnen leren. Deze hoogleraren stellen dat wij niet uitsluitend als een homo economicus, maar ook als homo coöperans door het leven gaan. En dat onze economie in belangrijke mate niet transactioneel, maar relationeel is.

In de afgelopen anderhalf jaar, was dat ook voor ons allen in Den Haag zichtbaarder dan voorheen. De plannen die wij hier in Den Haag maakten en accordeerden, hadden à la minute impact op het leven van heel veel Nederlanders. Cijfers op de begroting, maakten dat ondernemers de winter door konden komen. Dat mensen hun baan behielden. Ratio en emotie, beleid en praktijk, ze waren nog meer verbonden dan anders.

We zagen het in de samenleving, toen bleek hoezeer wij voor elkaar klaarstaan in moeilijke tijden. We zagen het in de voorbeelden die ik net noemde – de juf, de vrijwilligers, de psycholoog en al die anderen.
Het zijn voorbeelden van mensen die elkaar helpen, die veerkrachtig zijn en die er in lastige omstandigheden het beste van maken.
Voorbeelden die vertrouwen bieden in de toekomst.

Mevrouw de Voorzitter, waar brengt ons nu die combinatie van veerkracht in de samenleving, van aanpassingsvermogen in het bedrijfsleven, van de steunpakketten van de overheid en van de samenwerking die we in het hele land hebben gezien?

De begroting laat zien dat het ons brengt bij een nabije toekomst die er op economisch gebied opvallend goed uitziet. Als ik eerlijk ben hadden we hier een jaar geleden blind voor getekend.

Door het aanpassingsvermogen van ondernemers en van de samenleving als geheel,

door de ongekende steunpakketten van in totaal ruim 80 miljard euro

en doordat wij elkaar en noodlijdende bedrijven steunden in moeilijke tijden, zijn er meer vacatures dan werklozen, bleef het aantal faillissementen historisch laag en groeit de economie. Ook de overheidsfinanciën staan er beter voor dan eerder voorzien.

Tegelijkertijd zijn dat cijfers, die niet altijd iets zeggen over de individuele levens van mensen. Mensen die door corona een naaste hebben verloren, die last hebben van de naweeën van de ziekte, die inkomsten zijn kwijtgeraakt of die worstelen met de nog geldende maatregelen - voor hen is het oude normaal niet terug.

Dat wij voor onze welvaart en ons welzijn van meer afhankelijk zijn dan alleen de stand van de economie heeft corona ons wel doen inzien – en we zijn afgelopen zomer ook op andere manieren allemaal met onze neus op de feiten gedrukt.

Met de verschrikkelijke moord op Peter R. de Vries werd een brute aanslag op onze rechtsstaat gepleegd. De opmars van de Taliban in Afghanistan liet zien hoe snel de situatie in een land kan omslaan, met hartverscheurende gevolgen voor de inwoners. En er waren overstromingen in West-Europa en bosbranden in Zuid-Europa, de Verenigde Staten en Siberië. Hoewel niet uniek in onze tijd, is tegelijkertijd de conclusie onontkoombaar dat klimaatverandering geen probleem is van morgen, maar van vandaag.

Al die ontwikkelingen tonen dat onze veiligheid niet vanzelfsprekend is.
En maken misschien wel onzeker over de toekomst. Hoewel een demissionair kabinet zich normaliter terughoudend opstelt, kan een aantal problemen wat het kabinet betreft niet wachten. Daarom doet het kabinet in deze Miljoenennota gerichte investeringen.  

Zo geven we onder meer geld uit om klimaatverandering verder tegen te gaan. We investeren in de aanpak van criminaliteit en in de bescherming van bedreigde personen. En vanwege de krapte op de woningmarkt, vinden wij het noodzakelijk geld uit te geven voor de bouw van nieuwe woningen. Voor al deze kwesties geldt: hoe langer je wacht, hoe groter het probleem.  

Het zijn zaken waar wij vandaag mee aan de slag moeten voor het land waarin wij morgen willen leven. En ik hoop dat we daarbij kunnen vasthouden aan wat we allemaal hebben laten zien in coronatijd. Namelijk een veerkrachtige samenleving, waarin we samenwerken en omkijken naar de ander. Als we dat kunnen voortzetten, heb ik er alle vertrouwen in dat we toekomstige uitdagingen samen aankunnen.

Mevrouw de Voorzitter, rest mij nog om u hierbij de Miljoenennota 2022 aan te bieden.

Dank u wel.