Invoering woonplaatsbeginsel beschermd wonen per 2023 niet langer haalbaar

De invoering van het woonplaatsbeginsel beschermd wonen op 1 januari 2023 is niet meer haalbaar. Met het woonplaatsbeginsel wordt geregeld dat alle gemeenten voortaan verantwoordelijk zijn voor beschermd wonen voor de eigen inwoners. 

Door de lange duur van de formatie van het nieuwe kabinet kon het wetsvoorstel niet op tijd ingediend worden. Er zijn daarnaast een aantal aandachtspunten die uitgewerkt moeten worden, in samenhang met het advies van de Raad van State over het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel. Het Rijk, gemeenten en andere partijen gaan hierover in overleg. Hierna wordt bezien in hoeverre bijstelling nodig is van de maatregelen in het kader van de transitie naar beschermd thuis en wat de gevolgen zijn voor het tijdpad.
 

Het beleid van Rijk en gemeenten is en blijft gericht op de geleidelijk transitie van beschermd wonen naar beschermd thuis. De visie van de Commissie Toekomst beschermd wonen is daarbij leidend. Mensen met psychische problemen moeten zoveel mogelijk thuis of in de eigen woonplaats kunnen blijven wonen met ambulante ondersteuning. Op 1 januari 2022 is gestart met de doordecentralisatie  van beschermd wonen. In dat kader was het streven om per 1 januari 2023 een woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen en een daarmee samenhangend nieuw financieel verdeelmodel in te voeren.