Toespraak door minister Weerwind voor Rechtsbescherming bij Symposium Pieter Baan Centrum

Dames en heren,

Als geen ander weet u dat je je werk eigenlijk alleen kunt doen als je over een zekere dosis mensenkennis beschikt. Of u nu rechter, journalist, advocaat, gedragsdeskundige of officier van justitie bent: dagelijks probeert u iemands onderliggende drijfveren of angsten te kennen, te doorgronden.

Het vermogen een ander te begrijpen is iets dat ik zoveel mogelijk probeer te trainen. Dit doe ik aan de hand van levensechte situaties die ik soms zo in de schoot geworpen krijg.

Neem nou Annie, Fred en Lies. Op tv zag ik Annie voor de derde keer, voor een derde conflict aanschuiven bij mr. Frank Visser. De schutting tussen haar en Fred en Lies moest onmiddellijk worden verwijderd. De emoties liepen hoog op aan tafel. Fred was er klaar mee en riep naar Annie: “Jij bent rijp voor het Pieter Baan Centrum”.

“Nou Fred, daar zeg je nogal wat”, dacht ik meteen. Want ik zag in Annie toch echt geen gestoorde dader.

Ik was wel getriggerd door Fred. Kennelijk is het Pieter Baan Centrum zo’n gevestigd instituut dat het is doorgedrongen tot het alledaags spraakgebruik.

Toen ik daar nog even wat langer over nadacht, kwam ik tot de conclusie dat het PBC een beetje van ons allemaal is.

Hier wordt werk geleverd dat nooit onopgemerkt blijft. De adviezen die de teams van specialisten schrijven gaan altijd over ernstige zaken. Zaken die de samenleving via de media bereiken en die Fred schokken. Zaken die rechtstreeks de belangen van de samenleving raken.

In Nederland verliezen we die belangen niet uit het oog. Maar ook die van de dader niet. Ons systeem is uniek in de wereld. We zoeken altijd naar de juiste balans tussen vergelding enerzijds en behandeling om recidive te voorkomen anderzijds. Dankzij ons systeem staat de rechtsgelijkheid ook in complexe, ernstige zaken fier overeind. Hier mogen we met recht trots op zijn.

Maar ik weet ook dat er aanwezigen onder u zijn, die daar niet trots op durven te zijn. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de geregelde ophef in de media. Ik betreur dat zeer. Ik begrijp uw houding, echter leggen negatieve koppen in de krant van de dag minder gewicht in de schaal dan positieve recidivecijfers over vele jaren. Positieve cijfers die we onder andere behalen dankzij het PBC als belangrijke toegangspoort voor de forensische zorg.

In ons land verdwijn je niet zomaar achter slot en grendel. Een verdachte of dader staat niet zomaar op straat.

Bestraffing is een uiterst zorgvuldig proces. Het deskundig én onafhankelijk advies van het PBC aan de rechter maakt hierbij het verschil.

In het boek ‘Ter observatie opgenomen’, dat ik in 2019 nog als burgemeester van Almere in ontvangst mocht nemen, staat iets veelzeggends over de waarde van dit advies.

Volgens Kloek en Beyaert, twee van de vroegere geneesheer-directeuren, is het advies de kroon op het werk van een goed rapport. Het vraagt heel veel van de deskundigen, omdat er ook heel veel op het spel staat.

Het is, volgens deze heren, “zaak om bij het adviseren over de voorwaarden die de rechter kan opleggen inventiviteit en creativiteit te tonen”.

Dit is geen eenvoudige opgave. Het vergt een uitstekend inlevingsvermogen in de persoon van de verdachte. Deskundige mensenkennis, dus niet zomaar intuïtie, maar gestoeld op feiten, kennis en praktijkervaring, om ervoor te zorgen dat we onderaan de streep tot de beste beslissing komen.

De beste beslissing voor de samenleving én de dader.

Het PBC is vooraanstaand in het veld, in binnen- en buitenland,  waardoor onze rechtspleging zich enorm heeft kunnen ontwikkelen.

En toch, toch zien we wel eens dat de onafhankelijkheid van een advies aan de rechter in twijfel wordt getrokken als de uitkomst niet zint. Door de samenleving, door advocaten, door de media, door politici.

Ik kan mij voorstellen dat dat een grote weerslag heeft op uw werk. En minstens zo belangrijk, waarschijnlijk ook op uw plezier in uw werk.

Over die twijfel gaan jullie het vandaag, vanuit verschillende invalshoeken, hebben. Hoe is die ontstaan en wat kunnen we ertegen doen?

Ik ben blij dat het PBC dit via het symposium onderzoekt en bespreekbaar maakt. Ik spreek dan ook de wens uit dat u als deskundige niet terughoudend wordt in het geven van uw onmisbare adviezen.

Het is vast geen verrassing als ik zeg dat ik pal achter het werk van het Pieter Baan Centrum sta. En hierin ben ik niet de enige. Denk bijvoorbeeld aan Fred, die er het liefst zijn buurvrouw Annie naartoe zou sturen.

Dames en heren, ik wens u een interessante en waardevolle dag toe.