Toespraak minister Van Gennip bij ‘Samen SLIM van start’

Toespraak minister Van Gennip bij bijeenkomst voor mkb-ondernemers en projectleiders die (innovatieve) projecten in het mkb uitvoeren, bij ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, op 14 februari 2023.

Het gesproken woord geldt.

Ook als minister kan je niet alles hebben.   

Zo vind ik het bijvoorbeeld ontzettend jammer dat ik hier pas aan het eind van deze middag kan aanschuiven.

Want een drankje krijgen bij binnenkomst is leuk en ook gezellig, maar ik had graag meegedaan aan de masterclasses vanmiddag. Die jullie wel hebben kunnen volgen.

Toen ik het programma las, werd ik nieuwsgierig naar de Learner Persona: over hoe je een mismatch met je doelgroep voorkomt.

Ik heb jarenlang in het bedrijfsleven gewerkt en ik wilde ook meteen meer weten over

de Purpose Case, de why waarin je opbrengst niet alleen financieel is, maar ook maatschappelijk.

Ik was dus behoorlijk nieuwsgierig. En met nieuwsgierigheid, met de aandrang om iets écht te willen weten, begint leren.

Vaak leren we zonder dat we dat zelf in de gaten hebben. Ik zie het wel eens bij mijn dochters, die alles van YouTube leren.  Wiskunde, maar ook hoe ze een vlek uit de geleende trui van mama moeten verwijderen.

Ik merk het ook bij mezelf, als ik snel iets opzoek, bijvoorbeeld het exacte aantal inwoners van Nederland - zoals ik van de week deed.

En misschien slaat u wel eens een kookboek open. Het begint allemaal met nieuwsgierigheid,  maar ondertussen zijn we aan het leren.

We doen het allemaal, ook op het werk. Op het moment dat je merkt dat je iets meer moet weten, een fout hebt gemaakt, of een andere vaardigheid nodig hebt... Vaak stap je dan naar een ervaren collega. Of neem je de werkinstructie nog een keer door.

Al deze dingen noemen we informeel leren. En ‘informeel’ klinkt gezellig - met een kopje koffie erbij en een grapje tussendoor - maar informeel leren is de hoofdmoot

van ons leergedrag. 94 procent van de tijd dat mensen iets leren, doen ze dat informeel.

De andere 6 procent gaat via cursussen en opleidingen. Formeel dus. En vaak is dat onze eerste associatie  als we het hebben over ‘leren’.  Dan denken we aan school. Aan die harde houten bankjes.  Aan een docent of een trainer. Aan studieboeken en toetsen. En aan een diploma of certificaat  aan het einde.

Dat is ons beeld van leren, maar dat is dus niet hoe we het meestal doen. Het overgrote deel van wat we leren, leren we op het werk. Van directe collega’s. Of in een samenwerking met een ander bedrijf. Of we leren van een stagiair die binnenkomt, en die eigenlijk net wat meer ervaring heeft met een nieuwe ontwikkeling… Dat maakt van u,  als bedrijfsleven,

eigenlijk het grootste opleidingsinstituut van Nederland.

Dat hoef ik u hier vanmiddag niet uit te leggen, want door een SLIM-aanvraag te doen,

- en dat heeft u gedaan - heeft u laten merken  het belang van leren op de werkvloer absoluut te zien. Maar ik vermoed dat er in Nederland nog heel veel ondernemers zijn,

zeker ook in het MKB, die daar nog niet zo naar kijken. Die ‘leren’ nog zien als iets dat op school gebeurt, in die houten bankjes. Of in een afgebakende training, en niet als een proces dat continu gaande is. In de wereld van nu, waar ontwikkelingen elkaar in  een razend tempo opvolgen, is je leven lang leren noodzakelijk.

De ontwikkeling van AI - kunstmatige intelligentie – maakt een spurt.  We kunnen inmiddels

hele programma’s laten coderen en muziek en boeken laten schrijven.

Een programma als ChatGPT  vervangt geen banen,  maar krijgt wel een plek in ons werk. En in het schoolwerk van onze kinderen. Hoe gaan we daar mee om?

De groene transitie is  nog maar net begonnen. Voor installatiebedrijven gaat  deze overgang naar een duurzame toekomst nog veel meer werk opleveren. Maar wat voor werk?

En een nieuwbouwhuis zit tegenwoordig vol met elektra. Ga maar na: zonnepanelen, een warmte-terugwinsysteem, een warmtepomp en klimaatsystemen. Dat was 20 jaar geleden wel anders.

Zoals ontwikkelingen in de maatschappij doorgaan,  zo maken ook veel mensen  zich steeds weer nieuwe vaardigheden eigen. Dat is precies wat we willen. Hier op het ministerie spreken we  eigenlijk niet meer over ‘leren’. We zeggen liever ‘ontwikkelen’. Van een leven lang leren, LLL, naar  een leven lang ontwikkelen, LLO. Je moet jezelf je hele leven blijven ontwikkelen.

Nou weten we uit onderzoek dat praktisch geschoolden dat minder doen dan theoretisch geschoolden. En dat is een gemiste kans.

Neem de bouwsector. Een sector waar  technologische ontwikkelingen niet meer weg te denken zijn. Het is ook een branche  waar werknemers niet allemaal even goede herinneringen  hebben aan hun schooltijd.  Want met je neus boven schoolboeken hangen,

was vaak een leerstijl die niet erg goed aansloot bij hun praktische instelling.

In deze sector is er nog steeds heel veel behoefte aan traditioneel vakmanschap. Als je in een oud huis woont -     en dat doe ik - en je hebt een lekkage in je dakgoot of dakkapel,

dan heb je nog steeds iemand nodig die wéét hoe hij met zink of lood moet werken.

En dan ben je niet zelden het beste af met de oudste dakdekker je in de telefoongids kan vinden. Ik maak geen grapje. Want die oudste dakdekker kent alle kneepjes van het vak, en heeft alles al een keer meegemaakt. Maar ook die super-ervaren dakdekker moet blijven investeren in zijn vakmanschap. Want wie weet hebben huizen over pakweg 10 jaar

sensoren in hun muren en daken, die zwakke plekken in een vroeg stadium aangeven,

lang voor het menselijk oog ze kan waarnemen. Misschien gebruiken dakdekkers tegen die tijd  scanners die slijtage aan materialen heel secuur kunnen meten. Die scanners worden trouwens nu al gebruikt, zo weet ik van mijn laatste verbouwing. Alleen goed zijn met zink en lood, is dus niet meer genoeg. Hier ligt een valkuil. Zeker voor het MKB.

Want kleinere bedrijven rijden vaak af en aan, van de ene opdracht naar de andere.

En het druk hebben is natuurlijk goed, maar als je hoogste prioriteit is om de planning van deze week rond te krijgen, dan blijft er vaak geen tijd over om na te denken over je vaardigheden in de toekomst.

TNO heeft onderzocht dat ‘waan van de dag’ in de top-3 staat van redenen waarom er minder geleerd wordt in het mkb. Daardoor loop je het gevaar om in die toekomst

de boot te missen. Of zelfs nu al, want als je als ondernemer geen oog hebt voor nieuwe ontwikkelingen, dan ben je ook niet altijd een aantrekkelijke werkgever. En als werknemer kan je je afvragen waar je nog werk vindt als je kennis en vaardigheden niet up-to-date zijn.

Dan kan het zijn dat potentiële nieuwe werkgevers je niet interessant vinden.

Juist om deze valkuil te voorkomen, is er de SLIM-subsidie. En dat is geen pot geld voor scholing, maar een manier om bedrijven te helpen om zelf een leerrijke en innovatieve werkomgeving op te zetten. Dat kan op allerlei manieren: bedrijven kunnen ontwikkelgesprekken voeren met hun werknemers, of ze kunnen een bedrijfsschool opzetten, of e-learnings samenstellen die medewerkers makkelijk kunnen raadplegen.

Die dingen klinken zo nog wat generiek, maar het MKB heeft laten zien daar een heel creatieve invulling aan te kunnen geven.

Bij SLIM zien we de meest uiteenlopende, vernieuwende projecten voorbij komen.

Ik noem de Digitale Timmerfabriek. Een initiatief van timmerbedrijven die hebben besloten

om samen te werken aan een leven lang ontwikkelen. En dat moet ook wel, want er liggen grote uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, CO2, PFAS, digitalisering…

Daarom hebben ze met SLIM een volledig digitale leer- en werkomgeving gemaakt, zodat hun werknemers kunnen blijven leren en werken aan vaardigheden.

Een ander voorbeeld: administratiekantoren.  Daar verandert ook heel veel, en in een razend tempo. Digitalisering zorgt – alweer – voor veel verandering, Net als  de invoering van de nieuwe privacywetgeving in 2018. Veel gevolgde opleidingen zijn daardoor verouderd.

En dus is met SLIM gewerkt aan extra modules, zodat personeel up-to-date kan blijven.

Wat ik ook een mooi voorbeeld vind, is de Zorgcoach. We kennen allemaal de verhalen over mensen in de zorg die als zelfstandige gaan werken. Vaak gaat het om hoogopgeleide mensen,  die solistisch gaan werken.  Dat heeft bepaalde voordelen, voor henzelf,

maar ook nadelen. Want als jij bijvoorbeeld zorg verleent bij mensen aan huis,

en je doet dat als zelfstandige, dan heb je geen contact met collega’s.

En dan mis je al die momenten waarop je van elkaar kan leren. Dat is precies wat de Zorgcoach wil oplossen: het is een platform waar professionals in de zorg van en met elkaar kunnen leren.

Ik zou nog veel meer voorbeelden kunnen noemen. Maar misschien moet ik hier niet staan als een ‘docent’ die het even allemaal uitlegt. Misschien moet hier vanmiddag ook informeel worden geleerd, van elkaar!

Dus opeens zijn de drankjes in uw hand een educatief middel… en hoop ik dat u zo meteen ervaringen uitwisselt en ideeën opdoet.

Ik wil heel graag een toost uitbrengen en u vragen te toosten met iemand die u vandaag nog niet heeft gesproken.

Want dan wordt het echt een lerende borrel.

Proost!