Toespraak minister Helder tijdens herdenking slavernijverleden in Den Bosch

Toespraak van de minister Conny Helder tijdens de herdenking slavernijverleden in Den Bosch op 1 juli 2023.

In haar wereldberoemde gedicht ‘The caged bird’ schrijft Maya Angelou (vertaald uit het Engels):

Een vrije vogel springt
op de rug van de wind
drijft stroomafwaarts
tot de stroom stopt
slaat zijn vleugel neer
in de oranje zonnestralen
en durft de hemel op te eisen.

Maar een gekooide vogel staat op het graf van dromen
zijn schaduw schreeuwt 
zijn vleugels zijn geknipt 
en zijn voeten zijn vastgebonden
dus opent hij zijn keel om te zingen.


Vandaag - 150 jaar nadat de ketenen van tot slaafgemaakten in het Nederlandse Koninkrijk pas écht verbroken werden – herdenken we het leed. En vieren we de vrijheid. Hier in Den Bosch. 
Op vele plekken in Nederland. 
In Suriname en op de Caribische delen van het Koninkrijk .
Dat doen we allereerst door het spoor terug te volgen. 
Vanuit Nederland naar de Trans-Atlantische slavenhandel. 

Zo’n spoor ligt hier in Noord-Brabant. 
In het Kasteel van Breda waar in 1667 na de oorlog met Engeland, de vrede werd getekend. 
Toen vonden we dat dat een gunstige uitkomst had: zij Nieuw Amsterdam, Nederland (onder meer) het behoud van Suriname. 

Nu kijken we daar anders naar. Omdat het ook het moment was om de sluizen naar de slavenhandel volledig open te zetten. 
Een wrede vrede, zou je kunnen zeggen.


Ook vanuit onze stad Den Bosch, lopen er sporen. 
Zo leidt het dooparchief in de Grote kerk regelrecht naar de plantage Driesveld in Suriname. 
Rudolf Hendrik Van Halm die daar eind 18e eeuw bewindvoerder was, vertrok tijdelijk van daar naar hier. Met zijn echtgenote en een jonge slaafgemaakte bediende in zijn gevolg. 

In het kerkarchief staat te lezen dat – in de woorden van toen – een zwart meisje, genaamd Filippina Henrietta Christina Fortuijn, daar in 1783 werd gedoopt. 


In Nederland was slavernij officieel bij de wet verboden. 
Eigenaren moesten hun meegenomen tot slaafgemaakten na een half jaar de vrijheid verlenen. 
Waarschijnlijk hoorde die doop er wettelijk bij. 
Later reisde Filippina als vrijgemaakte bediende weer mee terug naar de plantage. 


Ook loopt er een spoor van hier in de stad naar de soldaten die jacht maakten op gevluchte tot slaafgemaakten. Ze konden in Den Bosch hun soldij ophalen. Eén van hen was de Schots-Nederlandse John Gabriël Stedman. Zijn dagboek en wereldberoemd geworden tekeningen gaven in Europa woord en beeld aan hoe misdadig Nederlanders op de plantages met mensen omgingen. 

Vandaag rouwen we om het leed dat slavernij in Suriname en het Caribische deel van het Koninkrijk heeft veroorzaakt. Leed dat tot aan vandaag voelbaar is, doorwerkt. 
Maar vandaag is óók de dag om het spoor terug te volgen naar de vrijheid. 


De vrijheid die werd opgeëist door de tot slaafgemaakten die opstonden tegen het systeem van onderdrukking. Die vluchtten, als dat kon, tot diep in de jungle. Om daar een samenleving op te bouwen die wèl in overeenkomst was met de verlichtingsidealen van toen. En daarvoor bereid waren te sterven.

Tula op Curacao. Coffy in Guyana. 
Barón, Boni en Joli Coeur in Suriname. 
Helden die allen hun leven gaven voor de vrijheid van anderen. 


Ik noem ook de heldin Ma Pansa, die er gelukkig wèl in slaagde de ketenen blijvend van zich af te werpen. 
Ze vluchtte in Suriname van plantage naar de jungle.
Haar grote liefde achterna. 
En – omdat ze rijstzaden tijdens haar vlucht mee had genomen in haar vlechten – zorgde ze voor gevarieerd voedsel.
Zodat de vrije mensen in de jungle betere kansen hadden om te overleven. 


Beide sporen komen vandaag, ook hier samen. 
Het spoor naar het onherstelbare leed en het spoor naar de bevochten vrijheid. De gekooide vogel en de vrije vogel. 
Met daarbij de uitdaging om door de zwaarte van het verleden, vooruit te kijken naar de toekomst. 

Toen de Minister-President in december namens de staat zijn excuses aanbood, keek hij ook vooruit naar de toekomst. Hij zei daarover: vandaag zetten we een komma, geen punt. Hij kondigde concrete stappen aan om de bewustwording, erkenning en verwerking van ons slavernijverleden verder te brengen. 

Die belofte moet worden omgezet in daden. En vraagt om voortdurend overleg met alle betrokkenen. 

Denk aan een mogelijk meerjarig onderzoek naar de doorwerking van het slavernijverleden op generaties nazaten. En denk ook aan een intensivering van onze inzet op anti-discriminatie en anti-racismebeleid. 

Onze Nationaal Coördinator Discriminatie en Racisme Baldewsingh maakte onlangs nog een punt om racistische spreekkoren in het voetbal harder aan te pakken. 

Ook Den Bosch heeft daar, in 2020, mee te maken gehad. Later heeft Stichting Radar in reactie hierop, een Keti-Koti pakket overhandigd aan de voorzitter van de club. Voor alle supporters, om van te leren. Zo kan de herinnering aan het gruwelijke verleden een morele slijpsteen zijn om het beter te doen in het heden. 


En - Yvonne Lichtveld noemde het al - denk ook aan het belang van brede kennisoverdracht aan jongere generaties. En de kracht van erfgoed en kunst om dat te doen. Ook dat hoort bij onze ambities.
Omdat muziek, theater, dans en beeldende kunst als geen ander in staat zijn om het verleden tot leven te wekken. En dat telkens opnieuw te bevragen. 

In de aanloop naar deze dag  konden kinderen op scholen en in musea, een vrijheidsvogel maken. 
Met lapjes van een pangi, die ook ik vandaag  mag dragen om de voorouders te eren.

En bij het maken van die vogels, wordt aan deze kinderen verteld over de slavernij. Bijvoorbeeld dat slaafgemaakten dachten dat de ziel na hun dood in de vorm van een vogel naar Afrika zou terugvliegen, terug naar de voorouders. En aan deze kinderen wordt ook gevraagd: wat betekent vrijheid voor jou? 

Het is de vraag die we onszelf vandaag – tot slot - allemaal kunnen stellen. Luisterend naar de echo’s van het lied van de gekooide vogel. De vogel volgend, die op de rug van de wind de hemel durft op te eisen.