Onderzoek naar geloofsbeleving, depressie en hulpverlening

ALBLASSERDAM, 20060512 -- Alblasserdam - in een gedaan onderzoek naar de wijze waarop hulpverleners moeten omgaan met depressieve mensen en hun reformatorische geloofsbeleving, blijkt dat er nogal verschil bestaat in hoe de hulpverlener over dit onderwerp denkt en hoe de cliënt over dit onderwerp denkt.


Dit verkennend onderzoek is gedaan naar aanleiding van verschillende signalen over botsingen tussen hulpverleners onderling en hulpverleners met cliënten. Er is met name gekeken naar de reformatorische gezindte om de doelgroep zo klein mogelijk te houden en om zo te komen tot een zo volledig mogelijk antwoord.
In dit onderzoek, zijn een aantal onderzoeksvragen opgesteld die betrekking hebben op dit onderwerp. Bij elke onderzoeksvraag is steeds een vergelijk gemaakt met wat vakliteratuur over deze onderzoeksvraag zegt en wat de mening van de cliënt over deze zelfde vraag is.
Deze uitkomsten gaven aanleiding om uiteindelijk af te wijken van de gangbare therapieën en een lans te breken voor andere combinaties van therapieën.
Belangrijk item in dit onderzoek is dat er niet zozeer naar de cliënt gekeken wordt, maar juist kritisch naar de rol van de hulpverlener. De rol van de hulpverlener is veelal onderbelicht, terwijl door de cliënt wordt aangegeven dat dit juist de belangrijkste rol in de hulpverlening is, juist als geloofsbeleving een rol gaat spelen in de behandeling van de cliënt.
Dit onderzoek is helder als het gaat om de vraag: Op welke wijze de hulpverlener om moet gaan met de reformatorische geloofsbeleving van zijn cliënt.
Door middel van dit onderzoek wordt de discussie over het wel of niet betrekken van iemand geloofsbeleving, opnieuw leven in geblazen.




Jan-Dirk Meijering