Heemskerk: 'Verbeter export waterkennis'

Waar ik ook kom ter wereld, als ik zeg: 'Nederland', dan denken mensen aan 'water'. Het is ons oer-bestaan: ons gevecht tegen het water en het benutten van het water. Onze reputatie op het gebied van waterbouw, waterzuivering en drinkwaterbeheer is ijzersterk.

Toch heb ik het gevoel dat we onze reputatie, kennis en ervaring en vooruitstrevende onderzoek op het gebied van water onvoldoende verzilveren. We hebben te weinig oog voor export en investeringen op dit gebied in het buitenland. We kunnen waterbedrijven meer ruimte geven om te exporteren en te investeren in het buitenland.

Klimaatverandering

Water wordt internationaal steeds belangrijker, bijvoorbeeld door de klimaatverandering. Het zorgt het nu al voor uitdagingen: door de toename van het aantal orkanen of de toenemende droogte, waardoor beschikbaarheid en kwaliteit van drinkwater onder druk komen te staan. De Nederlandse watersector kan hierop aansluiten: door mensen te helpen met hun kennis, ervaring en onderzoek.
Als ik naar de Nederlandse watersector kijk, dan zie ik echter twee verschillende werelden, waar de overheid heel verschillende rollen speelt. De overheid heeft twee verschillende brillen voor de watersector. De eerste is voor de 'hardere' waterinfrastructuur, zoals de baggeraars, kustbouwers en zuiveringstechnologieën. Bedrijven die commercieel opereren en goed zijn in het benutten van exportkansen. De overheid helpt deze bedrijven om te exporteren en te internationaliseren.

6,5 miljard

Deze bril is aardig op sterkte. Het 'harde' deel van de watersector exporteert jaarlijks voor bijna 6,5 miljard euro, ofwel bijna 2 procent van de totale Nederlandse export. Het is geen toeval dat juist Nederlandse waterbouwers in New Orleans, met steun van de overheid, aan de slag konden gaan na de verschrikkelijke orkaan Katrina.

Riolering

De andere bril die de overheid op heeft, geldt voor het 'zachtere' watercluster van drinkwaterbedrijven, de waterschappen en - in mindere mate - het afvalwater en de riolering. Hier kijken we vooral naar heldere spelregels in eigen land. Voorop staat dat de drinkwaterkwaliteit gegarandeerd is - geld verdienen is aan dat doel ondergeschikt. Met deze bril kun je niet ver meekijken - de kansen die buiten Nederland liggen, blijven buiten beeld. Het is eigenlijk vooral een leesbril. De opgave voor de overheid is die twee brillen om te zetten in één bril: een multifocale bril voor dichtbij en voor ver weg.

Riskant avontuur

Neem de drinkwaterbedrijven. Zij blijven op dit moment behoorlijk achter in de exportcijfers. De organisatievorm is daar niet op toegesneden. Het zijn bedrijven die alleen een publiek belang dienen. Daardoor zijn de drinkwaterbedrijven van oudsher voorzichtig en weinig internationaal georiënteerd. Ook zijn er regels die het bedrijven simpelweg verbieden om veel internationale activiteiten te ontplooien. Één procent is nog steeds het maximum van de omzet die ze in het buitenland mogen halen. Maar waarom eigenlijk? Is alles boven de 1 procent een 'riskant avontuur' in het buitenland? Mogen burgers en bedrijven in andere landen niet meer profiteren van onze kennis en kunde over schoon en veilig waterbeheer?

Ontwikkelingssamenwerking

De twee grootste drinkwaterbedrijven - Vitens en Evides - hebben samen een aparte bv opgericht voor projecten in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Dat is natuurlijk prachtig, want schoon water is van levensbelang voor de meest kwetsbare bewoners van de allerarmste landen. Het biedt het bedrijf nieuwe inzichten op internationale markten en maakt hem ook tot een aantrekkelijker werkgever. Immers, talent kan zich internationaal ontplooien.
Maar waarom zou deze watersector zich alleen moeten richten op ontwikkelingssamenwerking? Er zijn ook - commerciële - kansen in rijkere landen. Groei van export en investeringen in het buitenland zorgen voor een nog grotere bijdrage van deze hoogwaardige sector aan de Nederlandse economie en een verdere versterking van onze internationale reputatie. Want waarom kunnen Nederlandse waterbedrijven wel de watervoorziening in Ghana organiseren, maar niet in de Verenigde Staten?

Chloor

Ik weet zeker dat de Nederlandse drinkwaterbedrijven ook in de VS kunnen zorgen voor schoon, zuiver en betaalbaar drinkwater. Al moeten de Amerikanen dan wel wennen aan het gegeven dat betrouwbaar drinkwater helemaal niet naar chloor hoeft te smaken. Kortom, de onderbouwing van het plafond van 1 procent lijkt mij voor discussie vatbaar. Nederland moet zijn unieke waterkennis internationaal beter benutten. Samen met het bedrijfsleven kan de overheid de Nederlandse watersector in het buitenland een nog sterker profiel geven. Ik ben ervan overtuigd dat de Nederlandse watersector, en vooral de drinkwaterbedrijven, overal ter wereld een rol kan spelen, van Afrika tot in de Verenigde Staten, van Mongolië tot en in de Golfstaten. De Nederlandse watersector moet daar de komende tijd met extra energie aan werken.