Toespraak Balkenende bij herdenking Van Mierlo in Eerste Kamer

Korte toespraak van minister-president mr.dr. Jan Peter Balkenende bij de herdenking van mr. H.A.F.M.O. (Hans) van Mierlo (1931-2010) in de Eerste Kamer, 16 maart 2010

Mijnheer de voorzitter,

Met het droevige nieuws van het overlijden van Hans van Mierlo nemen wij afscheid van het gezicht van een generatie. Hij was een man die met zijn nadenkende en filosofische karakter als het ware geboren was voor het lidmaatschap van deze 'chambre de réflexion'. En dat is inderdaad een van de vele functies die hij over een lange periode van ruim veertig jaar in de Nederlandse politiek heeft vervuld.

Het nieuws van zijn overlijden was niet alleen een schok voor iedereen die hem persoonlijk kende, maar voor de hele Nederlandse samenleving. Een tijdperk is ten einde. Het tijdperk-Van Mierlo, dat begon en eindigde in zijn geliefde Amsterdam. Tussen die beroemde wandeling over de Amsterdamse grachten en het heengaan van een gezaghebbend Minister van Staat ligt een rijk en waardevol leven in dienst van het algemeen belang. Een leven als Eerste en Tweede- Kamerlid, als partijleider, als minister van Defensie en Buitenlandse Zaken en als Minister van Staat.

Wat Hans van Mierlo ook deed en welke functie hij ook vervulde, hij deed het altijd met passie, vol overtuiging en het liefst met een groot gebaar. Wie herinnert zich niet de paarse Mercedes waarmee hij zich bij dit huis meldde vlak voordat in 1994 de eerste paarse coalitie een feit werd? Of veel eerder, de uitgelaten beelden van de verkiezingsavond in 1967, toen zijn partij de Nederlandse politiek op zijn grondvesten deed schudden? Hij genoot van dat soort momenten. Dat kon iedereen aan hem zien.

Hans van Mierlo kwam de Nederlandse politiek binnen om het systeem te laten 'ontploffen', zoals hij dat zelf noemde. Maar bestuurlijke vernieuwing was voor hem niet een doel op zich. Het was zijn overtuiging dat meer directe democratie de enige manier was om burgers betrokken te houden bij de samenleving en bij elkaar. Dat was belangrijk voor hem. Zoals hij zelf ooit zei, als individualisering gepaard gaat met 'egoïsme en normvervaging' dreigt een 'rat-race naar persoonlijk succes waar steeds meer mensen uitvallen.' Dat thema loopt als een rode draad door zijn hele politieke carrière. Een thema dat actueel blijft.

Over zichzelf heeft Van Mierlo meermalen gezegd dat hij van nature een aartstwijfelaar was en dat geloof ik ook. Maar als een bepaalde keuze eenmaal gemaakt was, dan had hij daar ook goed over nagedacht. En wie hem dan nog op andere gedachten wilde brengen, moest wel van heel goede huize komen. Zijn kracht was juist dat hij durfde twijfelen en vragen bleef stellen. Dat hij zichzelf elke keer weer opnieuw uitvond en steeds opnieuw verantwoordelijkheid wilde dragen. Ik heb daar persoonlijk veel respect voor. 'Soms was zijn verkering met het Binnenhof een paar jaar uit', schreef een journalist ooit, 'maar het raakte onvermijdelijk weer aan.'

Van alle talenten die Hans van Mierlo had, was de gave van het woord het meest zichtbaar. Taal was belangrijk voor hem. Of zoals hij zelf zei: 'De taal is het vervoermiddel van de gedachte.' Daarmee wist hij mensen te winnen en te enthousiasmeren en inspireerde hij velen binnen en buiten zijn partij. Maar daaronder lag nog iets anders. Iets wat ook blijkt uit alle persoonlijke terugblikken van de afgelopen dagen. Hans van Mierlo was in alle omstandigheden echt en eerlijk. Hij was uitbundig en joviaal, meelevend en betrokken, nadenkend en bezorgd, wijs en erudiet. Die echtheid was misschien wel zijn allergrootste talent. Of zoals een van zijn politieke vrienden ooit zei: 'Hans van Mierlo is een allround mens.'

Mijnheer de voorzitter,

Nederland is Hans van Mierlo veel dank verschuldigd. Veel meer dan ik hier in een paar woorden kan zeggen. Het kabinet gedenkt met diep respect zijn grote betekenis voor de Nederlandse samenleving. Onze gedachten gaan uit naar zijn echtgenote, zijn kinderen en kleinkinderen en iedereen die hem nabij was. Ik hoop dat de herinneringen aan een bijzonder mens en aan een rijk en welbesteed leven hen de kracht geven om dit grote verlies te dragen.