Minister Rouvoet deelt lintjes uit

Op de dag voor Koninginnedag ontvingen vijf mensen, waarvan twee echtparen, op het ministerie van Jeugd en Gezin een Koninklijke Onderscheiding. Minister Rouvoet speldde hen de onderscheiding op en sprak hen toe.

Dames en heren,

 

Hartelijk welkom op het ministerie van Volksgezond, Welzijn en Sport waar ook mijn programmaministerie voor Jeugd en Gezin huist. Volgens mij zijn hier wat mensen die dachten dat zij vandaag iets heel anders gingen doen. Maar onder welk mom u ook hier naar toe gelokt bent, ik kan u verklappen dat we in bijzonder gezelschap verkeren.

 

Mensen die zich op uitzonderlijke wijze hebben ingezet voor de samenleving. Die zich verantwoordelijk voelen voor anderen. Bijvoorbeeld voor kinderen, ook al zijn het niet hun eigen kinderen. Mensen van onbesproken gedrag. Althans dat is één van de criteria om in aanmerking te komen voor een Koninklijke onderscheiding. En dat is de reden dat we hier vandaag bij elkaar zijn: de lintjes.

 

Gelukkig dat het gedrag van een aantal mensen niet onopgemerkt is gebleven, want anders hadden we u vandaag niet in het Koninklijke zonnetje kunnen zetten.

 

Dames en heren,

Als u de politiek volgt, zult u vast wel eens hebben opgemerkt dat niet alle politici goed kunnen luisteren. Vooral tijdens politieke debatten valt dat op. Maar helaas – en dat is erger - wordt er ook niet altijd goed geluisterd naar de mensen in het land. Een groep waarvan het geluid slecht doorklinkt tot in Den Haag wordt gevormd door kinderen. Overigens is dat niet alleen een Haags probleem, dat geldt ook voor lagere overheden en andere instanties.

 

Voor mevrouw Willemijn Dupuis – Tombrock is dat al decennia lang de reden om zich in te zetten voor de rechten van kinderen.

Beste mevrouw Dupuis, wilt u even naar voren komen?

 

Al sinds 1984 zet u zich als vrijwilliger in voor kinderen. Dat begon met Unicef. Deze internationale organisatie is actief in maar liefst 190 landen en streeft ernaar dat alle kinderen in de wereld in vrijheid kunnen leven, onderwijs krijgen, kunnen beschikken over goede gezondheidszorg en beschermd worden.

Deze zaken spreken voor zich, maar helaas is de realiteit anders. In sommige landen hebben kinderen helemaal geen rechten. In deze landen bestaat nog steeds kinderarbeid, gaan kinderen niet naar school en hebben ze geen dokter of ziekenhuis in de buurt.

Kinderen worden er vaak uitgebuit en mishandeld als goedkope arbeidskrachten. Door uw vrijwilligerswerk voor Unicef heeft u een bijdrage willen leveren om daar verandering in aan te brengen.

 

Maar daar wilde u het niet bij laten. U wilde niet alleen over de Nederlandse landgrenzen heen kijken en mensen er van bewust maken hoe slecht veel kinderen het in andere landen hebben, u wilde ook aandacht voor de kinderen dichterbij huis. U stelde vast dat er ook in Nederland kinderen zijn zonder ideale leefomgeving.

Toen Nederland in 1995 het VN-verdrag inzake de Rechten van het Kind ratificeerde, richtte u de stichting Jeugd NU op. Met deze stichting wilt u bereiken dat kinderen gaan meedenken, meepraten, meedoen en mee beslissen over wat er gebeurt in hun eigen omgeving. In hun gemeente, wijk, school en thuis. Want kinderen een stem geven en naar ze luisteren, hoort ook tot de rechten van kinderen.

 

Ik las op de site van de stichting Jeugd NU de volgende oproep van een kind: Kinderen kunnen ook zelf nadenken! De meeste volwassenen denken dat ze alles beter weten dan kinderen. Wij hebben het recht een kans te krijgen om mee te praten, mee te beslissen, mee te denken mee te doen. Geeft u kinderen kansen.

Ik denk dat dit citaat precies aangeeft waarvoor u zich al jarenlang, fulltime en ombezoldigd inzet. Om kinderen daadwerkelijk een stem te geven heeft u scholen gestimuleerd jeugdambassadeurs aan te stellen. In IJsselmonde heeft dat er inmiddels toe geleid dat de jeugdambassadeurs, die democratisch door leerlingen zijn gekozen, een stem hebben in hun deelgemeente.

 

Samen met de bestuurders van de deelgemeente en andere partijen hebben ze een convenant ondertekend waarin staat dat ze zich inzetten voor een fijne, veilige en sociale leefomgeving en dat kinderen daarover meepraten en adviseren. IJsselmonde is wat mij betreft een voorbeeld voor de rest van Nederland!

 

Want door zo iets te organiseren, door er voor te zorgen dat kinderen daadwerkelijk kunnen meepraten en dat er vervolgens naar ze wordt geluisterd, betrek je kinderen bij de samenleving. Je maakt ze duidelijk dat zij zelf invloed kunnen hebben op hoe hun buurt er uitziet, waar een speeltuin komt en waar trapveldjes.

Daardoor wordt niet over kinderen beslist maar mét kinderen. Je maakt ze duidelijk dat ze rechten hebben, maar ook plichten, dat ze hun stem kunnen laten horen. Bovendien bereid je kinderen zo voor op de toekomst. De kinderen van nu, zijn morgen de volwassenen. Door kinderen mee te laten denken en een eigen verantwoordelijkheid te geven, leer je ze wat een democratie inhoudt en hoe we die optimaal kunnen laten functioneren.

 

Beste mevrouw Dupuis,

Al meer dan 25 jaar zet u zich in voor de rechten van kinderen. U doet dat op verschillende manieren. Ik noemde al Unicef en de door u opgerichte stichting Jeugd Nu. En u doet dat door als vrijwilliger mee te werken aan musicaluitvoeringen op scholen, het Kinderrechtenspel en het Kinderrechten Magazine, een blad dat onder alle Rotterdamse basisscholen wordt verspreid.

 

U wordt door vrienden dan ook omschreven als iemand met een onzettende energie, die iedereen enthousiast weet te krijgen en geen eigenbelang kent.

Deze inzet, deze betrokkenheid bij de rechten van het kind, heeft er toe geleid dat ik u een onderscheiding mag opspelden.

Beste mevrouw Dupuis, beste Willemijn, het heeft Hare Majesteit de koningin behaagd om u te benoemen tot lid in de Orde van Oranje Nassau.

 

Dames en heren,

Ik heb de afgelopen jaren heel wat pleegouders mogen ontmoeten en wat mij telkens weer opviel, was de tomeloze energie en de betrokkenheid van de mensen. Ze kunnen vaak niet stil zitten, het is ze al snel te rustig in huis. Het zijn mensen die na het eerste pleegkind de deur vaak nog verder openzetten. Ook al waren de eerste kinderen niet gemakkelijk.

Dames en heren, ik vind het een groot genoegen om vandaag twee echtparen te mogen toespreken. Mensen die serieus werk maken van de slogan van Pleegzorg Nederland: ‘We zoeken nog een hart met wat ruimte.’

Pleegouder, dat ben je veelal niet alleen. Dat vraagt een sterke relatie en twee bijzonder groter harten die hetzelfde ritme slaan.

 

Eerst wil ik naar voren roepen, meneer en mevrouw Klaver.

Meneer en mevrouw Klaver, ik mag wel zeggen dat uw kinderen wel heel bedreven zijn in het verzinnen van smoezen om u in het zonnetje te zetten. Vorig jaar nog voor een reünie met een groot aantal van uw pleegkinderen. En ook voor deze bijeenkomst bent u weer om de tuin geleidt. Dit keer uit naam van de koningin nog wel.
Meneer en mevrouw Klaver, 25 jaar lang bent u al pleegouders. Een kwart eeuw. En dat begon op een dag door een oproep op tv. Een spotje waarin duidelijk werd dat er een groot te kort aan pleegouders was. Dat raakte u zeer.
Maar er was nog een reden, dames en heren…

mevrouw Klaver verveelde zich. En u moet weten dat het echtpaar zelf vier kinderen heeft. Ik kan ook nu alleen maar concluderen dat u beiden veel energie heeft en een hart met veel ruimte.

 

Dames en heren,

Ouders en opvoeders bouwen dag in dag uit met veel liefde en betrokkenheid aan ontwikkeling van hun kinderen. Het laten opgroeien en opvoeden van kinderen is een mooie en verantwoordelijke taak.

Kinderen zijn, ik zei het al, immers de volwassenen van morgen. Soms hebben ouders daarbij ondersteuning nodig. Als er een scheiding is bijvoorbeeld, of bij ziekte of psychische problemen. Kinderen hebben in zulke gevallen heel wat meegemaakt.

Dan is het goed te weten dat er mensen zijn, die hun deuren en harten openen om kinderen op te nemen in het eigen gezin. Dat er mensen zijn die hen een plek bieden waar het rustig en veilig is. Een plek waar de dag weer eens normaal kan verlopen, of de week zonder zorgen, of misschien wel een jaar waarin er weer gelachen wordt.

De heer en mevrouw Klaver zijn van die mensen die huis en hart openstelde voor kinderen die het moeilijk hadden. Het begon met crisisopvang, maar de eerste kinderen bleven gelijk anderhalf jaar.
25 jaar later, viert u een zilveren jubileum. Maar hoeveel kinderen u precies in een veilige haven heeft voorzien. U bent de tel kwijt. Ergens tussen de 130 en de 150. En dat is op zich al een record aantal in de provincie Noord-Holland.

130 tot 150 kinderen. Daar heb ik eens over nagedacht. 130 tot 150 kinderen, dames en heren, stelt u zich dat eens voor. Dat zijn toch zo’n tweeënhalf tot drie touringbussen vol met kinderen op weg naar de Efteling. Of zo’n vier tot vijf schoolklassen bezig met een proefwerk Nederlands.

 

Gelukkig kan het echtpaar Klaver varen op een flexibele geest en organisatorisch talent. Want werd de eettafel te klein? Geen probleem. Het echtpaar Klaver zei: ‘we verbouwen de keuken en zetten er gewoon een bijzettafeltje bij’. En zo kwam het dat er op een dag veertien borden op tafel stonden. De meeste mensen zetten hooguit op een verjaardag veertien borden met eten op tafel. Bij u was het een periode dagelijkse kost.


Een tijdlang ging u met een personenbusje op pad als er buitenshuis iets te doen was en toen dat busje het niet meer deed kwam er een stationwagen…en toen reed u gewoon twee keer.

En was het al eens wat rustiger bij u in huis, dan riepen uw vier eigen kinderen dat er weer pleegkinderen moesten komen. Want in een pleeggezin was er altijd wel iemand om mee te spelen of mee te kletsen.

Dames en heren,

Het laten opgroeien van kinderen is een mooie en verantwoordelijke taak. Die veel vraagt van beide ouders. Soms lukt dat even niet. Dan is het fijn dat er mensen zijn, die kinderen opnemen. Ze een tijdje onder de hoede nemen, tot het thuis weer wat beter gaat. Mensen die kinderen behandelen met alle liefde en betrokkenheid als ware het eigen kinderen.

 

Mijnheer en mevrouw Klaver, ik heb begrepen dat u nu het pleegouderschap wat aan het afbouwen bent. Maar helemaal loslaten kunt u de zorg voor kinderen niet. U heeft nog twee pleegkinderen onder uw hoede en het gastouderschap heeft z’n intreden gedaan in huize Klaver. En dat zijn toch ook alweer 5 kinderen, waarvan 2 eigen kleinkinderen.

Ik beschouw pleegouders als voorbeeld voor de samenleving en daarom doet het mij bijzonder veel genoegen dat ik u mag vertellen dat het hare majesteit heeft behaagd u te benoemen tot lid in de orde van Oranje Nassau. Ik mag u nu de bijbehorende versierselen opspelden.

 

Dames en heren,

 

Dan het tweede en laatste echtpaar tot wie ik graag het woord wil richten. Mijnheer Groeneveld en mevrouw Mönnichmann. Komt u naar voren?

Net als het echtpaar Klaver draagt u persoonlijk bij aan de missie waar ik met mijn programmaministerie voor Jeugd en Gezin voor sta: alle kansen voor alle kinderen. U weet als geen ander hoe belangrijk het is te investeren in de opvoeding van onze kinderen. Dat geldt in het bijzonder voor kinderen van wie de ouders dat zelf even niet kunnen.
Al meer dan twintig jaar biedt u tientallen kinderen - naast uw twee eigen dochters - een warm thuis met alles wat daarbij hoort: genegenheid, oprechte belangstelling en rust. U bood hen de kans om vertrouwen in zichzelf én in anderen ontwikkelen of juist te hervinden. En dat doet u nog steeds. Op dit moment nog voor twee. En u spreekt een aantal van de kinderen nog regelmatig.

 

Maar hoe begon het nou eigenlijk? U wilde zich graag inzetten voor anderen en u houdt veel van kinderen. Eén en één is twee: u melde zich– al in het begin van uw huwelijk- aan als pleegouder. Maar pleegouder wordt je niet natuurlijk niet zomaar; daar zijn voorwaarden aan verbonden. En U voldeed aan alle voorwaarden… op één na.

 

In de jaren tachtig moesten pleegouders beschikken over een aparte slaapkamer voor hun pleegkind. Dat klinkt ook nu nog heel logisch. Maar die slaapkamer moest in die tijd wel voorzien zijn van een wasbak. En die hing er niet!

U liet zich echter niet weerhouden en al snel trokken de eerste pleegkinderen bij u in. Weliswaar buiten de officiële regels om. Maar voor u draaide het om de jongeren, zij hadden een veilige plek nodig. En een kans. En die wilde u hen bieden.

 

Uw eerste pleegkinderen maakten enkele weken of enkele maanden deel uit van uw gezin. Doorgaan was voor u vanzelfsprekend en zo ontving u nog veel meer kinderen met open armen. Overigens, al vrij snel wél binnen de officiële regels.

Helaas zijn er nog regelmatig kinderen bij wie thuis vrij plotseling een onhoudbare situatie ontstaat. Kinderen die snel ergens anders moeten wonen. Die crisisopvang ging soms zo snel, dat uw eigen dochters aan het ontbijt ineens drie nieuwe pleegkinderen troffen.
De samenstelling van uw gezin wisselde voortdurend. Soms bestond uw gezin uit 6 of 7 personen, soms ook uit 10 of meer! Vooral tijdens de zomervakantie was het vaak volle bak. Die flexibiliteit typeert de pleegouders die ik heb ontmoet.

 

Maar hoeveel kinderen er ook waren, u wilde graag met z’n allen op vakantie. Over de bestemming hoefde u niet na te denken: u ging met het hele gezin naar het Henschotermeer! Daar staat uw eigen caravan en met wat tenten erbij was er een slaapplek voor iedereen.

Waar een kind vandaan kwam of hoe oud het was, maakte u niet uit. U zorgde voor baby’s, kleuters en tieners; voor getraumatiseerde kinderen en voor kinderen uit het buitenland die zonder hun ouders in Nederland wonen. Uw pedagogische deskundigheid en uw enorme inzet worden door mensen in uw omgeving geroemd.

Wat ik zo bijzonder vind, is dat u, mevrouw Mönnichmann, zich niet laat hinderen door de ziekte MS. Ook al kunt u zich binnen goed redden, voor langere afstanden heeft u een rolstoel nodig. Desondanks runt u een groot gezin alsof dat heel gewoon is.

 

En meneer Groeneveld, u heeft er nog taken bij genomen. Naast de opvang van pleegkinderen bent een paar jaar vrijwilliger geweest bij ThamerThuis, een bijna-thuis-huis in De Kwakel. Met een groot inlevingvermogen en vol aandacht steunde mensen in de laatste dagen of weken van hun leven.

Daarnaast bent u al tientallen jaren als acoliet verantwoordelijk voor het gereed maken van de altaartafel en u bent lector van de Rooms Katholieke Emmaüsparochie in Uithoorn. Uw geloof wijst u de weg in het leven, tegelijk respecteert u voor de volle honderd procent de geloofsovertuigingen van anderen. Als een pleegkind een ander gebedshuis wilde bezoeken, dan ging u gewoon mee. Sterker nog, er waren tijden dat uw koelkast ook een moslimkant had.

 

Meneer Groeneveld en mevrouw Mönnichmann,

Ik dank u oprecht voor al uw inspanningen. Dankzij u hebben meer dan veertig kinderen een beter fundament voor het leven gekregen. Het doet mij daarom bijzonder veel genoegen dat ik u mag vertellen dat het hare majesteit heeft behaagd ook u te benoemen tot lid in de orde van Oranje Nassau. Ik mag u nu de bijbehorende versierselen opspelden.