Nederland in het hart van duurzame palmoliesector

"Een Manifest met de boodschap - met de opdracht -, dat uiterlijk eind 2015 alle voor de Nederlandse markt bestemde palmolie duurzaam moet zijn geproduceerd. Prachtig!" Dit zei staatssecretaris Henk Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) bij de ondertekening van het Manifest Task Force Duurzame Palmolie, 2 november 2010.

Dames en heren,
Zometeen ondertekenen alle sectoren in Nederland die zich bezighouden met het kopen, verwerken of consumeren van producten uit de oliepalmindustrie een Manifest. Een Manifest met de boodschap - met de opdracht -, dat uiterlijk eind 2015 alle voor de Nederlandse markt bestemde palmolie duurzaam moet zijn geproduceerd.

Staatssecretaris Henk Bleker (EL&I) ontvangt het Manifest Task Force Duurzame Palmolie. (Foto: Robert Goddyn)

Prachtig! Prachtig, omdat de sectoren zelf komen met dit Manifest. En niet wachten op de overheid. 
En prachtig omdat dit Manifest ambitieus is. En gedurfd. Nederland steekt zijn nek uit.

En dat is nodig. Aan de oliepalm-teelt wordt veel verdiend. Ik begrijp zelfs dat 1 hectare palmolie evenveel plantaardige olie oplevert als 10 hectare koolzaad. Ik zal ze dat in Groningen maar niet vertellen. Palmolie is dan ook een belangrijke aanjager van economische ontwikkeling. Van werkgelegenheid en inkomen. Er wordt dan ook driftig gezocht naar nieuwe landbouwgrond. In Indonesië en Maleisië. Maar nu ook in West-Afrika. In Brazilië.

Ik kom net van een bijzondere conferentie over Landbouw, Voedselzekerheid en Klimaatverandering. Daar heb ik betogen gehoord die gaan over het weer op de kaart zetten van landbouw. Maar wel landbouw die duurzaam is en een hogere productie per hectare heeft. Dat leidt ook tot minder kap van bossen. Kortom, dit initiatief valt prima binnen hetgeen we bij die conferentie bespreken.

Oliepalmteelt heeft bij velen geen beste naam. Maatschappelijke organisaties beschuldigen de telers van misstanden. Hectares kostbaar oerwoud wordt gekapt. Zeldzame dieren verliezen hun leefgebied. Lokale bewoners worden van hun land gezet.

Dat is voor Nederland geen ver-van-mijn-bed-show. De producten van de oliepalm-teelt leveren - na verwerking - waardevolle grondstoffen op die ook in Nederland worden gebruikt. In consumptiegoederen, diervoeding en zelfs als biobrandstof voor elektriciteitscentrales.

Bovendien heeft een aantal palmoliebedrijven uit Maleisië en Indonesië voor Nederland gekozen als vestigingsplaats. Om de logistieke kracht van de Rotterdamse haven, om onze verwerkende industrie, om onze kennis van agrofood en om ons innovatieve vermogen. En dat heeft ons land bepaald geen windeieren gelegd.

Nederland zit dus als vestigingsplaats en logistiek centrum in het hart van de palmoliesector. En dat brengt verantwoordelijkheden met zich mee. Verantwoordelijkheden die het betrokken bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en banken een aantal jaren geleden hebben genomen. Ik heb het natuurlijk over de Round Table for Sustainable Palmoil, die in 2007 al heeft afgesproken aan welke eisen de oliepalmindustrie moet voldoen om zich 'duurzaam' te noemen.
En dat werkt. Op dit moment weten we zeker dat de door deze Ronde Tafel gecertificeerde oliepalmproductie niet ten koste gaat van bijvoorbeeld leefgebied van Orang-Oetans of van waardevolle bossen. En ik weet dat de Ronde Tafel ook werkt aan het beperken van de uitstoot van broeikasgassen. Prima! 

Het is nu echter zaak om een volgende stap te zetten. Want de werkelijkheid blijkt weerbarstig. De gecertificeerde palmolie is nu bijna 2 jaar op de markt, maar de resultaten vallen tegen. De productie van duurzame palmolie is nog te laag, en de afzet te gering. We moeten de markt verleiden om gecertificeerde, duurzame olieproducten te kopen. Want pas dan zullen de producenten - zowel grote ondernemingen als de talloze kleine boeren - gaan investeren in duurzame productie en certificering.

Maar hoe? Door de zaken wat steviger aan te pakken. Door niet alleen de nationale-, maar ook de internationale handelsketens en sectoren aan te spreken op hun verantwoordelijkheid.
En dat doet u met dit Manifest.

Natuurlijk kunt u daarbij ook op mijn ministerie rekenen. Zo ga ik - zowel op overheidsniveau, als samen met betrokken bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties - concreet aan de slag met het Initiatief Duurzame Handel, om in het Actieplan Duurzame Handel (2011 - 2015) de verduurzaming van palmolie een  prominente plek te geven.

Verder ga ik samen met het Verenigd Koninkrijk optrekken om met de voorlopers uit het bedrijfsleven en de bancaire wereld afspraken te maken over de productie en afzet van duurzaam geproduceerde palmolie. En die samenwerking trekken we ook door als het gaat om afspraken met China en India. Op dit moment praat de Engelse overheid met China over inkoop van duurzame palmolie. Wij bieden daarbij onze steun en inzet aan. En voor wat betreft India: ook daar ga ik kijken hoe we dat land het best kunnen betrekken bij de inkoop van duurzame palmolie.

Het zijn - dames en heren - noodzakelijke stappen om het proces van de verduurzaming van palmolie op een hoger plan te tillen. Want alleen als we wereldwijd gaan, heeft dit kans van slagen.

U heeft dat uitstekend begrepen. En het doet me goed dat in dit Manifest zoveel partijen hun verantwoordelijkheid nemen. Want dat is nodig, het doel en de tussenliggende mijlpalen zijn ambitieus.

Ik vertrouw erop dat dit gaat lukken, want de 100% duurzame productie, verwerking en consumptie van palmolie in Nederland wordt echt heel breed gedragen. En ik hoop dan ook dat dit Nederlandse voorbeeld snel in andere landen wordt overgenomen.

Dames en heren,

Ik nodig u uit het Manifest te ondertekenen en om snel met de actieplannen aan de slag te gaan.
Heel veel succes!