Antwoorden minister Hirsch Ballin op vragen Kamerleden Teeven en Van Velzen over topambtenaar Justitie

Vragen van de leden Teeven (VVD) en Van Velzen (SP) aan de minister van Justitie over een topambtenaar van Justitie en de noodzaak tot vermijding van iedere schijn van beïnvloeding van een oriënterend onderzoek. (Ingezonden 7 mei 2007)

In antwoord op uw brief van 8 mei 2007, met nummer 2060714440, deel ik u mede dat de vragen van de leden Teeven (VVD) en Van Velzen (SP) van uw Kamer aan de Minister van Justitie worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Justitie,

2060714440

Vragen van de leden Teeven (VVD) en Van Velzen (SP) aan de minister van Justitie over een topambtenaar van Justitie en de noodzaak tot vermijding van iedere schijn van beïnvloeding van een oriënterend onderzoek. (Ingezonden 7 mei 2007)

Vraag 1
Is het waar dat de veroordeelde H.B. op 2 april/10 april jl. aangifte heeft gedaan bij de hoofdofficier van justitie van het Landelijk Parket tegen een topambtenaar van het ministerie van Justitie wegens onder meer betrokkenheid bij het organiseren van sexfeesten met kinderen in Turkije? Herinnert u zich dat u de Kamer op 5 april jl. heeft bericht dat er een oriënterend onderzoek is gestart door het openbaar ministerie naar aanleiding van de aangifte van H.B.? Zijn er al resultaten van dit oriënterend onderzoek bekend, en kunt u de Kamer daarover informeren? 1)

Antwoord 1

Er is, zoals bekend, een aangifte als bedoeld in deze vraag gedaan. Het oriënterend onderzoek van het openbaar ministerie is nog gaande. Er kunnen derhalve nog geen mededelingen over worden gedaan.

Vraag 2
Is het voorts waar dat de veroordeelde H.B. is gedetineerd in de penitentiaire inrichting Midden Holland, locatie Alphen aan de Rijn? Is het waar dat de behandelend advocaat-generaal in de zaak H.B. of de hoofddirecteur van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) of de bedoelde topambtenaar van het ministerie van Justitie op 12 april jl. persoonlijk een bezoek hebben gebracht aan de penitentiaire inrichting te Alphen aan de Rijn, met name aan de afdeling waar bedoelde H.B. verbleef? 2)

Antwoord 2

De bedoelde veroordeelde B. is inderdaad gedetineerd in de penitentiaire inrichting Midden Holland, locatie Alphen aan den Rijn. Op 12 april 2007 hebben de twee in de vraag bedoelde Justitieambtenaren een werkbezoek gebracht aan deze inrichting. De in de vraag bedoelde advocaat-generaal bevond zich niet in hun gezelschap. Het bezoek betrof het onder handen zijnde nieuwbouwproject bij die locatie, maar startte in de bestaande locatie.

Vraag 3
Is het bovendien waar dat de veroordeelde H.B. op 12 april jl. door de directie van de betreffende penitentiaire inrichting voor korte tijd geïsoleerd is geplaatst, in verband met het bezoek van een hoge ambtelijke delegatie, waarvan de betrokken topambtenaar van het ministerie van Justitie deel uitmaakte?

Antwoord 3

Betrokkene is zo’n twee uur eerder dan gebruikelijk op zijn cel geplaatst en niet anderszins geïsoleerd. Dit om zeker te stellen dat orde en veiligheid niet in gevaar zouden komen bij een mogelijke ontmoeting tussen B. en de ambtelijke delegatie.

Vraag 4
Wat is uw commentaar op het (vermeende) bezoek van de betrokken topambtenaar van het ministerie van Justitie of de behandelend advocaat-generaal in de zaak H.B. of het hoofd van DJI aan de betreffende penitentiaire inrichting? Betrof het hier een langdurig van tevoren gepland werkbezoek? Bent u op de hoogte van dit bezoek aan de penitentiaire inrichting waar H.B. is gedetineerd?

Vraag 5
Acht u het gewenst dat een topambtenaar van het ministerie van Justitie persoonlijk op bezoek gaat bij een penitentiaire inrichting waar een aangever van een strafbaar feit tegen hem (H.B.) is gedetineerd, ten tijde van een lopend oriënterend onderzoek van het openbaar ministerie? Bent u op de hoogte van dit bezoek van de topambtenaar aan de penitentiaire inrichting?

Antwoorden 4 en 5

Werkbezoeken aan penitentiaire inrichtingen zijn een normaal onderdeel van de werkzaamheden van de bedoelde ambtenaren en behoeven niet tevoren aan mij te worden voorgelegd. Dat is ook in dit geval niet gebeurd. Het werkbezoek is op 21 februari 2007 gepland. De aangifte gaf geen aanleiding voor uitstel of afstel van het reeds geplande werkbezoek.

Vraag 6
Bent u bereid de Kamer op zeer korte termijn uitgebreid schriftelijk te informeren over deze zaak? Is er eerder sprake geweest van oriënterende onderzoeken tegen de bedoelde topambtenaar? Acht u het op grond van dit bezoek noodzakelijk dat er maatregelen worden genomen?

Antwoord 6

Ik zal de Kamer informeren na afronding van het oriënterend onderzoek dat het openbaar ministerie thans instelt. Het openbaar ministerie heeft mij bericht dat ten aanzien van de betrokken ambtenaar niet eerder een oriënterend onderzoek heeft plaatsgevonden. Wel is in 2003 tegen hem een aangifte gedaan, waarvan de aangever reeds de volgende dag heeft verklaard dat deze vals was. Deze verklaring leidde tot de vervolging en veroordeling van de betrokken aangever.

Voor het nemen van maatregelen naar aanleiding van het werkbezoek zie ik geen aanleiding.

Toelichting:deze vragen dienen (mede) ter aanvulling op eerdere vragen van de leden De Roon (PVV), ingezonden 4 april 2007 (vraagnummer 2060711500), en De Wit (SP), ingezonden 18 april 2007 (vraagnummer 2060712630)

1) De Telegraaf, 3 april 2007 en Respond, afl. 1, (april) 2007 (www.Respondmagazine.nl) 2) 2) Een Vandaag, 3 mei 2007 (zie ook uitzending 13 april 2007)