Toespraak in Tweede Kamer t.g.v. herdenking van de gebeurtenissen in Apeldoorn

Toespraak minister-president Balkenende tot de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal t.g.v. de herdenking van de slachtoffers van het drama op Koninginnedag 2009.

Mevrouw de Voorzitter!

Afgelopen vrijdag herdachten we in Apeldoorn de slachtoffers van het afschuwelijke drama dat zich op Koninginnedag voltrok. Samen met nabestaanden, gewonden en hulpverleners. Samen met onze Koningin en haar familie. Samen met miljoenen televisiekijkers in het land.

Het was een waardevolle bijeenkomst.

Nadia van Opstal vertelde op indrukwekkende wijze wat er door haar heenging toen ze hoorde dat haar moeder gewond in het ziekenhuis lag. Ze zei: "Je luistert, je hoort het verhaal aan, maar het voelt als een droom. Dit is niet waar. Mijn moeder is gewoon gezellig feest aan het vieren in Apeldoorn."

Een bange droom die werkelijkheid wordt, zo is het velen vergaan op die 30e april.

Ik sprak vrijdagavond met slachtoffers en met mensen die een dierbare moeten missen. In de woorden van een aantal van de gewonden klonk een begin van hoop en perspectief door. De mensen die nog maar kort geleden en op een gruwelijke manier een geliefde hebben verloren, rouwen en hebben intens verdriet. Hun pijn is nauwelijks te bevatten.

Grote dankbaarheid was er bij allen - slachtoffers en nabestaanden - voor de steun die ze hebben mogen ervaren van onze Koningin en haar familie. De warmte en oprechte betrokkenheid heeft hen erg goed gedaan en gesterkt.

Op deze plaats zeggen wij evenzeer dank aan allen die op welke manier ook op 30 april en de dagen erna hulp hebben geboden.

Het was vrijdagavond laat heel verdrietig te moeten vernemen dat de schokkende gebeurtenissen van Koninginnedag nóg een leven hebben geëist. Opnieuw verkeert een familie in diepe rouw. Woorden schieten tekort.

Ik zei het al eerder: Op Koninginnedag 2009 is Nederland in zijn ziel geraakt.

Er is die dag veel verloren gegaan. Voor Nederland, maar vooral voor alle slachtoffers en nabestaanden. Wij voelen ons met hen verbonden en wensen hen alle kracht toe om verder te gaan.