Toespraak minister-president over Europa

'Europa laat zich juist in de economische storm die nu over ons heen raast van zijn beste kant zien.' Dat zei minister-president Balkenende in een gastcollege aan de Sapienza Universiteit in Rome.

De toespraak is gehouden in het Engels

De kracht van Europa in een veranderende wereld

Mijnheer de rector, professor Frati, dames en heren,

Enkele weken geleden vierde mevrouw Rita Levi-Montalcini haar honderdste verjaardag, een gebeurtenis die zelfs de Nederlandse journaals haalde. Haar toespraak bij die gelegenheid sprak mij aan vanwege het optimisme en de levenskracht die eruit sprak. 'What I did in the past is not enough', she said, 'there is only the future.' Dat is op zijn minst een opmerkelijk standpunt voor een honderdjarige

Wat mij vooral raakte was haar hartstochtelijke pleidooi voor het vasthouden aan waarden. Daarover zei zij onder andere dat 'The younger generation must believe in something positive. Life deserves to be lived only if we believe in values (…).' In mijn land kennen we de uitdrukking dat de wijsheid - la Sapienza - komt met de jaren. Rita Levi-Montalcini is daarvan het levende bewijs.

Tijdens haar lange en vruchtbare leven heeft deze bijzondere vrouw de wereld totaal zien veranderen. Toen zij in 1909 werd geboren, was elke auto nog een bezienswaardigheid en de telefoon een exotisch communicatiemiddel. Zij moest zich als vrouwelijke student het mannenbolwerk van de medische wetenschap binnenknokken en bereikte daarin het allerhoogste toen zij in 1986 de Nobelprijs ontving.

Als kind maakte zij de wereldbrand van de Eerste Wereldoorlog mee, als jonge vrouw de Great Depression van de jaren dertig en als volwassene de Tweede Wereldoorlog. In die donkere jaren moest zij als dochter van Joodse ouders letterlijk zien te overleven in een moorddadig systeem. Zij zag hoe de Berlijnse muur werd gebouwd en afgebroken. Maar zij heeft ook een uniek internationaal samenwerkingsverband zien ontstaan en succesvol zien worden: de Europese Unie.

Mannen als Alcide de Gasperi, Robert Schumann, Konrad Adenauer, Jean Monnet en andere grondleggers van Europa vonden elkaar op hun diepe geloof in vier kernwaarden: democratie, vrijheid, solidariteit en the rule of law. Op die vier fundamenten is het naoorlogse Europa gebouwd. Op die vier fundamenten moeten we verder bouwen. Ik ben het dus zéér met mevrouw Levi-Montalcini eens: vasthouden aan waarden is cruciaal - ook voor de toekomst van Europa.

Stelt u zich eens voor: hoe ziet de wereld eruit als u honderd wordt? Wordt de 21e eeuw de eeuw van Azië, zoals velen beweren? Het zou kunnen. Vindt het Afrikaanse continent de weg omhoog? Laten we het hopen. Maar wat er ook gebeurt, de balans in de internationale verhoudingen zal anders zijn dan nu. Totaal anders. En Europa heeft in de zoektocht naar die nieuwe balans een belangrijke rol te vervullen.

Daarover wil ik het vandaag, aan de vooravond van de Europese verkiezingen in juni, graag met u hebben. Over het Europa dat zichzelf in de tweede helft van de twintigste eeuw opnieuw uitvond, na een uiterst woelige periode in zijn geschiedenis. Dát Europa is naar mijn volle overtuiging een positieve keuze meer dan waard. Een keuze om te verdedigen wat goed is, te verbeteren wat beter kan en te versterken wat sterker moet. Die opdracht is naar mijn overtuiging geworteld in ons gezamenlijke verleden, de actualiteit van het heden de uitdagingen die ons wachten. Over elk van die drie thema's -verleden, heden en toekomst - wil ik vandaag kort iets zeggen.

Het verleden: wat Europa bindt

Om te beginnen het verleden. Democratie, vrijheid, solidariteit en the rule of law zijn géén invented traditions. Europa is als optelsom van onze gedeelde joods-christelijke en humanistische cultuur ouder dan het Verdrag van Rome. Veel ouder. Alleen al de historische band tussen Italië en Nederland levert daarvoor overvloedig bewijs.

Europa, dat is voor mij de intellectuele band tussen grote humanisten als Lozenzo Valla en Erasmus van Rotterdam.

Europa, dat zijn al die generaties Hollandse meesters die eeuwenlang naar Italië kwamen voor inspiratie en die met het zuidelijke licht in hun hart en penseel naar huis terugkeerden. 'Roma quanta fuit ipsa ruina docet', schreef een van hen in de 16e eeuw, vol bewondering. 'Hoe groot Rome is geweest, leren zelfs haar ruïnes.'

Europa, dat is het beroemde boek Olanda van Edmondo de Amicis, die in de 19e eeuw met verbazing zag hoe de Nederlanders leefden in een land dat voor een groot deel onder de zeespiegel ligt. 'Nederland is een verovering van de mensen op de zee', schreef hij vol ontzag.

Maar misschien is de mooiste metafoor voor Europa wel het legendarische kampioenselftal van AC Milan dat eind jaren '80 en begin jaren '90 soeverein heerste op de Europese velden. De virtuoze techniek van Marco van Basten, het robuuste leiderschap en het superieure inzicht van Franco Baresi, de geniale rushes van Ruud Gullit, de rust en het overzicht van Frank Rijkaard, de ideeën en de visie van Arrigo Sacchi - die combinatie leidde tot een hecht en onverslaanbaar team. Een team dat als geheel sterker was dan de som der delen.

Dát, dames en heren, was ook precies de ambitie van de zes landen die in 1957 het Verdrag van Rome ondertekenden, waaronder Italië en Nederland. En dat moet ook de ambitie van Europa blíjven.

Het heden: de kracht van Europa

De vraag is: heeft Europa die ambitie waargemaakt? Is het geheel inderdaad sterker dan de som der delen? Daarvoor maak ik de stap naar het heden en ik geef u meteen u meteen mijn antwoord op die vraag. Ja, de Europese Unie heeft recht gedaan aan de intentie van haar grondleggers.

Begrijp me goed. Europa is niet perfect en er is veel dat beter kan en beter moet. Tegelijkertijd is het onmiskenbaar dat de samenwerking ons vrede, welvaart en stabiliteit heeft gebracht. De interne Europese markt, de euro, het EU-lidmaatschap van een groot aantal voormalige Oostbloklanden, - het zijn in het licht van de roerige Europese geschiedenis stuk voor stuk prestaties van uitzonderlijk formaat.

Wat ik zie - en velen met mij - is dat Europa zich juist in de economische storm die nu over ons heen raast van zijn beste kant laat zien. We hebben als eerste economische blok afspraken gemaakt over steunmaatregelen voor de financiële sector. Daardoor is de Europese burger veel acuut financieel leed bespaard gebleven. We zijn niet in de val getrapt van protectionisme en verstoring van de interne Europese markt. Ook dat is belangrijk, want ieder voor zich is slecht voor ons allen. Tot slot zijn we het op de laatste Europese top eens geworden over de noodzaak van beter toezicht en over een gezamenlijk economisch stimuleringspakket. Het belang van al deze maatregelen kan moeilijk overschat worden.

Ik wijs ook op de kracht van de euro, een munt die in veel landen met de nodige scepsis en een zeker wantrouwen is ontvangen. Ook in Nederland. Maar die geluiden verstommen in hoog tempo. Steeds minder Nederlanders denken met weemoed terug aan de gulden. En ik durf ook aan u te vragen: wie verlangt er in Italië nog terug naar de lire? Wat mensen zien, en terecht, is dat de euro een sterke en stabiele munt is en een goed schild tegen protectionisme. In de oude situatie hadden we nu ongetwijfeld de nodige devaluaties meegemaakt, met alle negatieve gevolgen van dien voor de waarde van spaartegoeden en pensioenen en voor de onderlinge handelsrelaties.

Wat ik in deze situatie belangrijk vind, is dat we vasthouden aan die kracht van Europa. Dat betekent dat we streng moeten zijn, voor onszelf en soms ook voor anderen. Voor onszelf, omdat de grenzen van het Stabiliteits- en Groeipact essentieel zijn voor een sterke en stabiele euro op de langere termijn. Op dit moment lopen de staatsschuld en het begrotingstekort in alle landen op tot boven de marges die we met elkaar hebben afgesproken. Ook in Nederland. Dat is onvermijdelijk, maar het ontslaat ons niet van de plicht om nu al uitzicht te bieden op naleving van het pact in de toekomst. Dat hebben we in Nederland gedaan en het is belangrijk om dat ook samen te doen. Zo houden we Europa financieel gezond.

Met 'streng zijn voor anderen' doel ik vooral op de discussie over het EU-lidmaatschap van een aantal landen op de Westelijke Balkan. Zoals u misschien weet, is dit een van de weinige punten waarop Nederland en Italië het niet in alle opzichten met elkaar eens zijn. We zijn beide zeer vóór, maar verschillen in onze visie op het tempo. Mijn eerlijke mening is dat onze interne markt, onze rechtsstaat en onze democratische principes de belangrijkste assets zijn die we in Europa bezitten. Dat stelt hoge eisen aan onszelf, maar ook aan nieuwe lidstaten. Het zou een verkeerd signaal zijn als we niet onder alle omstandigheden voor de volle honderd procent aan die eisen vasthouden. Ook dat is cruciaal voor de innerlijke kracht van Europa.

De toekomst: een nieuwe morele agenda

En dan de toekomst. Quo vadis? Wat is onze grootste uitdaging? Het antwoord van de Europese burger is glashelder. Uit de laatste Eurobarometer van eind vorig jaar blijkt namelijk dat mensen zich vooral zorgen maken over de economische situatie. Over hun baan, hun huis en de toekomst van hun kinderen. Úw toekomst. Die zorgen zijn terecht en dwingen tot actie.

Het is mijn diepe overtuiging dat we daarbij niet kunnen en mogen volstaan met maatregelen die alleen de gevolgen van de crisis op korte termijn bestrijden. We moeten ook de oorzaken aanpakken en zie zitten een laag dieper. Deze crisis is ontstaan doordat de financiële sector onverantwoorde risico's nam. Door een ongezonde gerichtheid op kortetermijnwinsten van aandeelhouders. Door exorbitant leengedrag van consumenten. En doordat het internationale financiële toezicht onvoldoende was toegerust.

Ik geloof dat deze crisis ons een unieke kans biedt om de global economic governance fundamenteel te verbeteren. Of zoals mevrouw Levi-Montalcini het zei in haar indrukwekkende toespraak: 'Don't fear difficult moments. The best comes from them.' Ik ben dat voluit met haar eens. Dit is onze kans to get it right.

Er is bovenal een nieuw moreel perspectief nodig. Een perspectief met oog voor de langere termijn, dat het toezicht op een nieuwe leest schoeit en normen stelt voor verantwoord financieel gedrag. Een perspectief op een rechtvaardige en sociale markteconomie, waarin winst niet alleenzaligmakend is. En een perspectief dat economie koppelt aan duurzaamheid en innovatie - een cruciaal punt met het oog op de klimaatverandering en modernisering van onze economieën .

Italië heeft als voorzitter van de G8 interessante ideeën geopperd over een nieuwe Global Standard. Op de laatste G20-top in Londen heeft Bondskanselier Merkel, met steun van Nederland, vergelijkbare plannen ontvouwd over een wereldwijd 'charter voor duurzame economische activiteit'. Dat geeft meteen aan dat deze vernieuwing van de morele agenda niet alleen Europa aangaat. Des te belangrijker is het dat we op dit punt als collectief opereren en zoveel mogelijk met één mond spreken. Uw en mijn land zijn in dit opzicht natuurlijke bondgenoten - zoals zo vaak.

Dames en heren,

Alcide de Gasperi, een van de allergrootste Europeanen van het eerste uur, zei in 1952 dat 'Optimism is a constructive force when it comes to realizing a great political and human ideal such as European integration.' Hij zei dat in een tijd waarin de wonden uit de Tweede Wereldoorlog nog nauwelijks geheeld waren en veel Europeanen zuchtten onder het juk van onvrijheid.

Sindsdien is er veel ten goede veranderd. Heel veel. Het is goed om daar af en toe bij stil te staan. Het is ook goed om daar in de aanloop naar de Europese verkiezingen de aandacht op te vestigen. De geschiedenis leert dat optimisme, vastberadenheid en een onwrikbaar geloof in fundamentele waarden het Europese ideaal stap voor stap dichterbij heeft gebracht. De toekomst vraagt van ons dat we in die geest verder gaan.

Ik hoop dat u en vele andere jongeren in Europa begin juni de gang naar de stembus zult maken en een positieve keuze maakt voor Europa. Een keuze die het mogelijk maakt om verder te bouwen, zodat ook toekomstige generaties in een welvarend en stabiel Europa kunnen leven. Daar gaat het om.

Kortom, een keuze met het hoofd en met het hart. Europa is het waard.

Dank u wel.